De maritieme geschiedenis van Nederland kent vele onderbelichte onderwerpen. Sommige zijn goed verborgen, andere zo duidelijk zichtbaar dat men niet stil staat bij de historie hiervan. Het Noord-Hollands Kanaal valt in die laatste categorie. Het Noord-Hollands Archief ontwikkelde voor het 200-jarig bestaan een tentoonstelling over de aanleg en gevolgen van de waterweg.
Eeuwenlang golden de Waddenzee en Zuiderzee als potentieel gevaarlijke obstakels voor schepen met Amsterdam als bestemming. Grote schepen konden door de ondiepte bij Pampus de stad bijvoorbeeld alleen bereiken door middel van zogeheten ‘scheepskamelen’. Deze droogdokken omsloten het schip waarna ze vervolgens werden leeggepompt. Het schip werd hiermee omhoog getild.
Koning Willem I gaf ingenieur Jan Blanken (1755-1838) de opdracht om plannen op te stellen voor een kanaal waarmee Amsterdam ook voor de grootste schepen bereikbaar zou zijn. Blanken hield in zijn ontwerp zoveel mogelijk rekening met bestaande waterwegen. De aanleg van het kanaal evenals de verdieping en verbreding van bestaande waterwegen werd veelal gedaan met menselijke spierkracht. Met de inzet van paarden, maar zonder machines, waren de omstandigheden erg zwaar. Bovendien werden arbeiders slecht betaald. De situatie was zelfs dusdanig ernstig dat er enige tijd gestaakt werd.
De lokale bevolking was niet altijd even tevreden met het nieuwe kanaal. Mensen werden afgesneden van scholen, familie en weilanden. Voor de aanleg van een sluis moest in Purmerend de stadspoort gesloopt worden. Een kostbare aangelegenheid waar de gemeente voor gecompenseerd wilde worden. Ondanks de initiële bezwaren had het kanaal een grote invloed op de lokale economie. Wanneer schepen bij de sluis voor anker lagen kon er immers handel gedreven worden.
De periode van bloei bleek van korte duur. Het in 1876 geopende Noordzeekanaal nam de functie van het Noord-Hollands Kanaal over. De zwaardere stoomschepen lagen dieper in het water en zorgden voor golfslag waar de kades van het Noord-Hollands Kanaal niet tegen bestand waren. Ondanks deze ontwikkeling bleef het kanaal voor zaken als het openbaar vervoer van grote waarde. Tegenwoordig is de waterweg vooral het domein van de pleziervaart.
De tentoonstelling ‘Noordhollandsch Kanaal’ is van 24 mei tot en met 27 oktober 2019 in het Purmerends Museum te zien. Hierna zal de expositie doorreizen naar Alkmaar en Den Helder. Kijk voor meer informatie op de websites van het Purmerends Museum en Oneindig Noord-Holland.