Op 22 mei 2019 vond in Museum Vlaardingen een bijzonder symposium plaats, gewijd aan het onderzoek naar de geschiedenis van de visserij in het digitale tijdperk. Maar de aanleiding was tweeledig. Het markeerde namelijk ook het afscheid van Jan van de Voort van het museum na bijna een halve eeuw betrokkenheid.
Geboren in Udenhout in Noord-Brabant streek Jan neer in Vlaardingen waar hij rond 1970 onder de vleugels van toenmalig directeur Joop van Dorp wetenschappelijk medewerker van het Visserijmuseum werd. Vanaf die tijd onderzocht hij de museumcollectie en schreef hij tientallen artikelen, boeken en tentoonstellingscatalogi. Zijn proefschrift uit 1973 behandelde de West-Indische plantages in de achttiende eeuw, maar verder was het eigenlijk alleen de visserij in al haar facetten dat de klok sloeg in zijn publicaties. Totdat de geautomatiseerde registratie haar intrede deed in museumland. Jan stond aan de basis van standaardisering en bedacht een systeem om de visserijcollectie op een uniforme manier te gaan beschrijven: VISDOC. Later groeide dat uit tot MARDOC en tegenwoordig is dat Maritiem Digitaal. Niet alleen maritieme voorwerpen, maar alle soorten afbeeldingen en historische voorwerpen konden met de standaarden van Jan worden beschreven. Eerst op kaarten, maar al snel geautomatiseerd via de computer. Na verloop van tijd was Jan dé deskundige op dit gebied in Nederland en zette hij zich bij het RKD in voor allerlei museale en culturele instellingen. Na zijn pensionering keerde hij terug naar de visserijgeschiedenis en werkte hij tot voor kort als vrijwilliger voor Museum Vlaardingen. Omdat de Vlaardingse politici volgens Jan te weinig oog hebben voor het museum heeft hij een statement gemaakt door te stoppen als vrijwilliger. Dat heeft kennelijk effect gehad, want inmiddels zijn een nieuwe directeur, Léanne Selles, en een nieuwe conservator, Frank de Hoog, aangetreden. Ook is er een aansprekend tentoonstellingsprogramma opgezet met exposities over Jacob Barthold Jongkind en ‘Schoon aan de Haak’, over het schilderachtige vissersleven. Met die laatste tentoonstelling sluit Vlaardingen aan bij de expositie ‘Vis in Beeld’ in het Dordrechts Museum.
Voor het symposium waren verschillende bekenden van Jan gevraagd om hun licht te laten schijnen op de visserijgeschiedenis in het digitale tijdperk. Emeritus hoogleraar massacommunicatie Joan Hemels beet het spits af met een lezing over de betekenis van de ‘Visserijcourant’ in de persgeschiedenis. Daarbij vergat hij niet de relatie met Jan die al vanaf 1964 dateert te benoemen. Emeritus hoogleraar zeegeschiedenis Henk den Heijer toonde aan de hand van digitale kranten aan dat het scheepstype van de bomschuit veel korter heeft bestaan dan was gedacht. Erik van der Doe en Rubrecht Zaat van Metamorfoze, het Nationaal Programma voor het behoud van het papieren erfgoed, belichtten de Vlaardingse kranten en tijdschriften binnen Metamorfoze. Jan van de Voort zelf demonstreerde wat je in de krantendatabase van Delpher allemaal kunt vinden op het gebied van de Vlaardingse visserij. Heel slim legde hij ook uit om met aanhalingsteken te werken of het commando PROX om geringere en betere zoekresultaten te kunnen generen. Stadsarchivaris Harm Jan Luth-Mulders van Vlaardingen liet enkele mooie Vlaardingse vondsten in Delpher zien, zoals dat het gebruikt kan worden om de leeftijd te bepalen van een bedrijf dat geen archief bezit. Altijd handig voor als een bedrijf zich ‘koninklijk’ mag gaan noemen. Jeroen ter Brugge, ooit directeur van het Visserijmuseum en tegenwoordig conservator maritieme collecties van het Rijksmuseum, ging in op de haringkroon, een typisch visserijobject waarvan Jan er ooit een vond bij het vuilnis, maar die nu een prominente plaats in het museum heeft. Niet voor niets noemt Jan zich @haringkroon op Twitter. Perry Moree, directeur-bestuurder van ZB|Planbureau en Bibliotheek van Zeeland, ten slotte vond dat Jan zijn blik nu maar eens oostwaarts zou moeten richten, want over de VOC schreef hij een enkele keer. Verschillende Jan van de(r) Voorts komen voor in de archieven van de VOC, dus die vragen er om om nader onderzocht te worden.
Museumdirecteur Léanne Selles leidde het symposium in en uit en conservator Frank de Hoog breidde de verschillende inleidingen kundig aan elkaar. Marja Tiemens-Idzinga, voorzitter van de Vrienden van Museum Vlaardingen, en Léanne Selles bedankten Jan met cadeaus voor al zijn werk en inspanningen voor het museum. Daarbij werd ook echtgenote Joke met een prachtig boeket niet vergeten. Heel bijzonder was de aankondiging dat na de zomer nog een boekje zal verschijnen met daarin al de lezingen van de middag, samen met bijdragen van oud-directeur van het Visserijmuseum Frits Loomeijer en Alex Poldervaart, voormalig conservator, en een bibliografie van Jans publicaties, samengesteld door Ron Brand, conservator bij het Maritiem Museum Rotterdam.
Veel bekenden uit de maritiem-historische wereld en waarmee Jan in Vlaardingen en in museumland heeft samenwerkte en die naar Vlaardingen waren gekomen om bij Jans afscheid aanwezig te zijn, bedankten hem en overlaadden hem met cadeaus. Het mag worden gezegd dat vele museummedewerkers hun eerste stappen op het gebied van de museale registratie hebben gezet onder de hoede of dankzij de inspanningen van Jan. Daarna was het tijd voor een geanimeerde borrel, vis moet nu eenmaal zwemmen, en bleef het nog lang gezellig in Museum Vlaardingen.
En is het nu dan helemaal voorbij en zien we Jan niet meer? Nee hoor, helemaal stoppen doet Jan niet. Dat kan hij ook niet. Een boekje en een lezing op 28 november a.s. in Museum Vlaardingen over de relatie tussen Vlaardingen en de slavernij staan alweer op stapel. Nee, Jan gaat VOORT.
Ron Brand