Blog: Slotsymposium tien jaar Sonttolregisters online

Circa 1,8 miljoen geregistreerde doorvaarten over een periode van 360 jaar. Gegevens over schippers, lading, oorsprong en bestemming. De enorme schat aan informatie uit de Sonttolregisters is dankzij een uniek project van Tresoar en de Rijksuniversiteit Groningen voor iedereen digitaal toegankelijk gemaakt. Een absolute monsterklus die op 31 januari 2020 formeel werd afgesloten met een symposium en overdracht van het project aan het Huygens ING.

Vanuit het gehele land kwam men in groten getale naar Leeuwarden, waar in de Campus Fryslân van de Rijksuniversiteit Groningen werd stilgestaan bij dit moment. Het lijkt op het eerste gezicht wellicht een wat vreemde combinatie. Wat verbindt Friesland immers met de tolregisters van een zeestraat tussen Denemarken en Zweden? Het antwoord is verrassend veel. Niet alleen was de handel met het gebied rond de Oostzee voor Nederland van groot belang – de welvaart van de Gouden Eeuw was afhankelijk van deze zogeheten moedernegotie – maar het waren ook juist Friese schippers die met name in de achttiende eeuw een groot deel hiervan voor hun rekening namen. Reden genoeg voor Siem van der Woude (Tresoar) en Jan Willem Veluwenkamp (RUG) om het initiatief te nemen om deze informatie digitaal beschikbaar te maken.

Het samenwerkingsverband tussen Tresoar en de RUG kreeg in 2008 een subsidie van 2,5 miljoen euro van NWO en aanvullende financiering via een aantal particuliere fondsen. Substantiële bedragen, maar helaas lang niet genoeg om alles door professionele historici te laten invoeren. Het antwoord werd gevonden bij de medewerkers van sociale werkplaats Breed in Nijmegen. Zij voerden tussen 2009 en 2013 een groot gedeelte van de gegevens in. Een nieuwe politieke wind in Den Haag zette echter een streep door deze plannen, maar dankzij de hulp van circa vijftig vrijwilligers kon het resterende deel vanaf 2014 gelukkig alsnog worden afgemaakt.

Ida Nijenhuis (Huygens ING) benadrukte in haar presentatie het belang van deze vrijwilligers. Zij behandelde de ontwikkelingen op het gebied van de ontsluiting van historische bronnen in het analoge, het hybride en het digitale tijdperk. Hoewel er inmiddels grote stappen gemaakt zijn in de automatische tekstherkenning door computers, blijven vrijwilligers volgens Nijenhuis essentieel om de foutmarges nog verder te verkleinen. Ze noemt hen dan ook de ‘serial killers’, mensen die de genoteerde teksten stuk voor stuk achter elkaar invoeren.

De Sonttolregisters bieden allerlei kansen voor nieuwe projecten. Hanno Brand (RUG) toonde in zijn lezing de mogelijkheden voor het koppelen hieraan van verschillende andere bronnen. De netwerken van de premoderne Friese vrachtvaart kunnen bijvoorbeeld nog beter in kaart gebracht worden door de gegevens uit de Sonttolregisters te combineren met bestaande informatie uit de veilingen van scheepsparten, het Hindeloper Scheepsboek Hempenius of de Prize Papers. Brand liet zien dat familiebanden en afkomst voor schippers en handelaren uit Hindeloopen een belangrijke rol speelden. Hoewel Amsterdamse kooplieden fortuinen vergaarden met de handel, investeerden velen van hen in hun Friese geboortegrond en keerden zij hier ook vaak aan het einde van hun carrière naar terug.

Jan Willem Veluwenkamp (RUG) illustreerde de schat aan informatie aan de hand van verschillende macro-historische onderzoeksvragen die historici dankzij de Sonttolregisters al hebben kunnen beantwoorden. De verhoudingen tussen oostwaartse en westwaartse handel en de verschuivingen hierin zeggen immers veel over de ontwikkelingen in het Oostzeegebied. Uit de havens van afvaart en bestemming kunnen de opkomst en neergang van handelssteden in kaart worden gebracht worden en getraceerd. Ook legde hij de link met het For Sea Discovery project waarin de oorsprong van het scheepshout voor Spaanse en Portugese schepen in de zestiende en zeventiende eeuw deels getraceerd kan worden naar het Oostzeegebied.

Net zo interessant was het onderzoek van Arne Solli (Universiteit Bergen) naar de rol van de Noorse schipper Ole Krag in een handelsnetwerk in het gebied rond de Noord- en Oostzee. Een brief uit een Noors briefkopieboek kon worden gekoppeld aan informatie uit de Sonttolregisters en aan genealogische gegevens. Op deze wijze werd duidelijk zichtbaar gemaakt hoe internationaal deze netwerken in de vroegmoderne tijd waren.

De laatste spreker van de dag, Jelle van Lottum (Huygens ING), ging in op de mogelijkheden van het koppelen van informatie uit tal van verschillende bronnen met de Sonttolregisters. Op kleine schaal wordt dit al gedaan, maar het is zeer tijdrovend. Hij kon de aanwezige vrijwilligers dan ook geruststellen. Niet alleen zijn de Sonttolregisters in goede handen bij het Huygens ING, ook zullen er in de toekomst voor hen genoeg mogelijkheden zijn om als vrijwilliger bij het project betrokken te blijven.

Het symposium werd afgesloten met de symbolische overdracht van een RUG-pen door Siem van der Woude aan directeur van het Huygens ING Lex Heerma van Voss. De Sonttolregisters zullen bij het Huygens ING via een nieuw te bouwen interface online beschikbaar worden gemaakt. Hierbij zal er ook aandacht zijn voor mogelijke koppelingen met andere door het KNAW beheerde datasets als de Prize Papers en de VOC-opvarenden database. Tot dit werk is gerealiseerd, blijft de huidige website uiteraard het thuis van dit interessante en veelzijdige project.


Daniël Tuik is afgestudeerd als historicus aan de Universiteit Leiden en is werkzaam als onderzoeksmedewerker databeheer bij het Huygens ING – KNAW.