Tentoonstelling Ruiken aan kunst in: Vervlogen – geuren in kleuren, vanaf 11 februari 2021

Het Mauritshuis presenteert vanaf 11 februari 2021 de tentoonstelling Vervlogen – geuren in kleuren. Bezoekers zullen ruiken aan de frisse schone was in een interieur van Pieter de Hooch, aan zomer- en winterparfums in zilveren zeventiende-eeuwse pomanders, maar ook aan de afschuwelijk stinkende Amsterdamse grachten op een stadgezicht van Jan van der Heyden. Vervlogen – geuren in kleuren gaat over de verbeelding van geur en reuk in de kunst van de zeventiende eeuw, over geuren van het verleden, over de rol van geuren in verhalen, over de suggestie van geur in kunstwerken en over zintuigelijke waarneming. In de tentoonstelling valt ook écht wat te ruiken: met (corona-proof) dispensers kan de bezoeker verschillende geuren uit de kunst opsnuiven – geurig én stinkend.

De geur van specerijen
Geuren en smaken die de Nederlandse burger eerder nog nauwelijks had geroken en geproefd, bereikten de Republiek in de zeventiende eeuw in toenemende mate. Specerijen, tabak, koffie, thee, groenten en fruit uit Afrika, Azië en de Amerika’s. We kunnen de intense geur van ‘oosterse’ specerijen bijna ruiken in de goedgevulde kruidenierswinkel van Willem van Mieris uit 1717. Peper, kruidnagel, foelie, kaneel en nootmuskaat werden door de VOC aangevoerd uit Azië en het Midden-Oosten. De gemiddelde Hollandse burger had geen idee welke uitbuiting, onderdrukking en geweld voorafging aan het moment dat hij of zij de winkel binnenstapte om al dit geurigs aan te schaffen. Het roken en pruimen van tabak uit Amerika werd een rage en dus een thema in de kunst. De roker op het schilderij van Adriaen Brouwer (1630) zit onderuit gezakt te genieten van zijn pijpje, hij blaast net de rook uit. Zijn blik is wazig, alsof hij bedwelmd is.
Meer informatie