Blog: De werf van mijn overgrootvader

De scheepswerf van mijn overgrootvader, ca. 1880.

Vele jaren hing de tekening van de scheepswerf van mijn overgrootvader boven mijn bureau. Hij startte zijn werf in 1878. De werf lag aan de Gantel, een klein riviertje in het hart van het Westland. Vier opeenvolgende generaties van dezelfde familie hebben tot 2017 hun brood verdiend op deze werf.

Citaat

In zijn boek Oude zeilschepen en hun modellen (1973 2e druk) schrijft E. W. Petrejus, oud-conservator van het Maritiem Museum te Rotterdam: ‘De westlander is nu eens geen oud schip. Als ik goed ben ingelicht is hij eerst ontstaan met de opkomst van de kassencultuur in het Westland. Voordien zag men uitsluitend bokken op Westlands wateren’ (77). Dit citaat vinden we voortdurend terug in boeken, artikelen en op websites, die aandacht besteden aan de westlander als scheepstype. Het citaat van E.W. Petrejus is echter niet van toepassing op de afbeelding van de werf. Op de helling zie ik een volwaardig zeilende westlander en een kleiner schuitje met hetzelfde bouwplan. Het is algemeen bekend dat schepen voor 1900 niet van de tekentafel komen, maar het resultaat zijn van bouwtradities binnen een regio en vaardigheden van lokale scheepsbouwers. Ik vond het dus aannemelijk dat de westlander op de helling van mijn overgrootvader al veel langer bestond. Tegelijkertijd zie ik op de achtergrond nog geen enkel beeld van de Glazen stad. De kassencultuur, oftewel de bouw van de Glazen Stad, kwam pas na 1900 op gang.

Onderzoek

Ondertussen studeerde ik geschiedenis. Mijn nostalgische blik transformeerde zich langzaam in een aantal onderzoeksvragen. Het vinden van bronnen had aanvankelijk een teleurstellend resultaat. Een beperking, die waarschijnlijk ook E.W. Petrejus parten speelde. De laatste jaren kwamen er meer en andersoortige bronnen beschikbaar. Met name digitalisering maakte het mogelijk om snel en veel bronnen op hun bruikbaarheid te toetsen. Zo heb ik gebruik gemaakt van www.delpher.nl

Sluisgelden Moordrecht. Staatscourant, 22 augustus 1833. Bron: Delpher.nl.

Bij het intypen van de zoekterm westlander in kranten voor 1900 verschenen veel advertenties over de koop en verkoop van westlanders. Vervolgens heb ik deze advertenties gerubriceerd, getotaliseerd en geïnterpreteerd. De advertenties uit de negentiende eeuw bevestigden mijn veronderstelling. Vanaf 1821 vinden we advertenties, die het bestaan van de westlander als scheepstype bevestigen. Het ultieme bewijs is het feit, dat de westlander wordt genoemd in de Staatscourant van augustus 1833, waarin het scheepstype wordt vermeld in een door de overheid vastgesteld overzicht van passagegelden voor de sluis bij Moordrecht.

Een andere bron zijn de gedigitaliseerde liggers van de Scheepsmetingsdienst. De scheepsgegevens zijn te vinden via de website www.lvbhb.org. Met behulp van deze bron heb ik wederom gegevens gerubriceerd, getotaliseerd en geïnterpreteerd. Ik heb gezocht op de zoekterm westlander(schip).

Verkoop ‘Jonge Geertruida’. ’s-Gravenhaagse Courant, 17 november 1842. Bron: Delpher.nl.

Via deze bron kwam ik op het spoor van de eerst gebouwde stalen westlander in 1874. Vanuit dezelfde bron kon ik afleiden, dat na veertig jaar, dus in 1914, de volledige vloot van geregistreerde westlanders uit stalen schuiten bestond. Gekoppeld aan deze constatering laten verschillende advertenties uit 1910 zien, dat de laatste houten westlanders onverkoopbaar zijn geworden. De overgang naar stalen schuiten hing samen met de opkomende industrialisatie en de beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardig staal. Een grootse innovatie binnen een klein maritiem landschap. Via onderliggende zoektermen, zoals bouwjaar, scheepwerf of woonplaats van de schipper zijn andere onderzoeksvragen te kwantificeren en te beantwoorden.

Een uniek maritiem landschap

Beide digitale bronnen hebben mij geholpen bij het onderzoek, maar deze bronnen zijn te beperkt om een samenhangend beeld te schetsen van de scheepvaart in het Westland. Dus heb ik mij verdiept in de ideeën van Christer Westerdahl.

In 1989 publiceerde Westerdahl het concept Maritiem Cultuurlandschap. Hij probeerde aan te tonen, dat binnen een dergelijk landschap niet alleen scheeptypes, maar tal van landschapselementen een onderlinge samenhang kennen. Een samenhang, die wordt bepaald door transport over het water. Tevens vestigde hij de aandacht op het bestaan van transportzones binnen dit landschap. Elke transportzone heeft zijn eigen scheepstype. Het zijn schuiten met een optimale aanpassing aan de transportzone, waarbinnen ze worden gebruikt. Westerdahl stelde ook, dat een scheepstype zo goed is aangepast aan de eisen van zijn gebied, dat het niet snel zal worden vervangen (Westerdahl 1997).

Zijn concept leverde mij het ultieme gereedschap om een beeld te schetsen van landschapselementen, scheepvaartactiviteiten, transportroutes en scheepstypen gedurende meerdere generaties binnen een regio en in een samenhangende sociaaleconomische context (1). Aan de hand van het concept van Westerdahl kwam ik tot het inzicht, dat ik de regio ‘Het Westland’ moest vergroten tot het Hoogheemraadschap van Delfland (2). Vervolgens vielen alle puzzelstukjes op zijn plaats! Aan de hand van zijn concept kon ik drie verschillende scheepstypes definiëren op basis van draagvermogen en functie.

De westlander groter dan dertien ton verzorgde het transport van de Westlandse producten naar de markten in de grote steden in Holland. De Westlandse praam (< 13 ton en > 8 ton) verzorgde het transport van grondstoffen, zoals mest, naar een tuinbouwbedrijf en het Westlandse praampje (<  8 ton)  verzorgde het transport van de tuinbouwproducten van het bedrijf naar de veiling. Elk scheepstype had zijn optimale maatvoering en had een duidelijke relatie met het soort transport dat het verzorgde.

Slot

Het concept van Chr. Westerdahl blijkt zeer geschikt om een relatief klein maritiem landschap in al zijn aspecten in beeld te brengen. Vervolgens kan dit maritieme landschap gezien worden als een deel van een groter geheel, waarin grootschalige ontwikkelingen, zoals de overgang naar staalbouw, of motorisering van schuiten, hun effecten hebben op een klein maritiem landschap. Of juist niet!

Biografie

Aad van Zeijl is de auteur van Scheepmakers, Schippers en Schuiten (2022). Hij heeft tussen 1974 en 1983 geschiedenis gestudeerd aan de School voor Taal en Letterkunde in Den Haag en de opleiding afgesloten met een Eerste Graad bevoegdheid Geschiedenis. Aad werkte veertig jaar in het onderwijs, waarvan zeventien jaar als directeur van een basisschool. Daarnaast heeft hij vele jaren gezeild met een westlander en de laatste veertig jaar ook met een motorwestlander.

Literatuur:

  1. Akker, J. van den. e.a. (2008) Maritiem Cultuurlandschap. Amersfoort (Glavimans Symposion)
  2. Zeijl, A. van (2022) Scheepmakers, Schippers en Schuiten. Uitgave: LVBHB
  3. Wikipedia zoekterm: westlander(schip), praam, drieling, kanaaltuig.