Hoewel het Suezkanaal inmiddels weer vrij is voor de doorvaart, zal de afhandeling van de economische schade door de blokkade van het schip Ever Given (Afbeelding 1) vermoedelijk nog wel even duren. Op 1 april verklaarde de eigenaar, het Japanse bedrijf Shoe Kisen, averij-grosse, en stelde de firma Richard Hogg Lindsey aan als averijdispacheur (Engels ‘average adjuster’). Dat dit onherroepelijk zal leiden tot slepende rechtszaken staat wel vast: de kosten lopen inmiddels al in de honderden miljoenen, en het schip is in beslag genomen door de eigenaar van het Suezkanaal. Maar wat is averij-grosse, waarom koos Shoe Kisen hiervoor, en waar komt dit relatief obscure instrument vandaan?
In deze korte bijdrage wil ik ingaan op de historische wortels van averij-grosse, voornamelijk op de ontwikkeling van het instrument in de Lage Landen in de vroegmoderne periode. Veel van de problemen die nu opspelen bij de Ever Given, waren immers ook onderwerp van debat in zestiende-eeuw Antwerpen, het onderwerp van mijn proefschrift dat ik deze zomer hoop te verdedigen. Op die manier hoop ik enige historische context te geven bij deze gebeurtenis, en aan te tonen waarom dit instrument nog steeds gebruikt wordt.
Wat is averij-grosse?
Averij-grosse herverdeelt buitengewone kosten in een maritieme onderneming onder de belanghebbenden. Dat klinkt ingewikkeld, maar neem het volgende simpele voorbeeld: in 1548 brengen drie Castiliaanse handelaren (A, B en C) alle drie een lading wol aan boord. De schipper vaart vervolgens vanuit Noord-Spanje naar Zeeland (waar de meeste schepen bestemd voor Antwerpen aankwamen), maar komt voor de kust van Frankrijk in een storm terecht. Hij ziet zich genoodzaakt de wol van handelaar A overboord te werpen om ballast te verliezen, maar kan daarna veilig zijn weg vervolgen met de wol van handelaar B en C én een onbeschadigd schip. Bij aankomst in Arnemuiden verklaart hij averij-grosse: omdat het overboord werpen van de lading van handelaar A schip en overige goederen heeft gered, wordt het eerlijk geacht dat handelaar B en C, handelaar A naar rato compenseren voor zijn verlies. Dit is het meest simpele principe achter averij-grosse.
Zoals dit voorbeeld aantoont, bestond averij-grosse al in de zestiende eeuw. Maar het principe was zelfs al opgenomen in het Romeins recht en in middeleeuwse compilaties van zeerecht, zoals de fameuze Rollen van Oléron (begin twaalfde eeuw). In deze rechtsbronnen ging het vooral om de zeeworp (Engels ‘jettison’, zoals hierboven beschreven) en schade aan het schip, zoals het kappen van de mast.
Averij-grosse in zestiende-eeuws Antwerpen
Dit veranderde in de Lage Landen in de zestiende eeuw. Karel V vaardigde in 1551 bijvoorbeeld een Ordonnantie uit om de zeevaart naar het Iberisch schiereiland te reguleren en reguleerde daarbij ook averij-grosse. Uit het onderzoek voor mijn proefschrift wil ik graag drie ontwikkelingen schetsen die ook vandaag de dag nog relevant zijn, die (in ieder geval deels) stammen uit de zestiende-eeuwse Lage Landen (vooral Antwerpen).
Ten eerste de aansprakelijkheid van de schipper en de bemanningsleden. In de zestiende-eeuwse Nederlanden werd de aansprakelijkheid van de schipper aangescherpt om onnodige declaratie van averij-grosse te voorkomen. Ook in de zaak van de Ever Given is dat relevant: in hoeverre was de blokkade te voorkomen geweest door de kapitein en bemanning?
Ten tweede, wat geeft aanleiding tot averij-grosse? Is een blokkade in het Suezkanaal reden voor het declareren van averij-grosse? In zestiende-eeuws Antwerpen was dit onderwerp van veel discussie. Naast het overboord gooien en kappen van de mast werden nieuwe redenen voor averij-grosse in de regels opgenomen. Het betrof voornamelijk kosten die grotere schade moesten voorkomen (in tegenstelling tot de ‘directe’ schade van de zeeworp). Denk bijvoorbeeld aan de kosten van bergingsoperaties, wat in de Ever Given-zaak wordt opgevoerd als een voorbeeld van de te delen kosten.
En ten derde de aansprakelijkheid van verzekeraars. In Antwerpen waren verzekeraars inderdaad aansprakelijk voor averij-grosse-kosten wanneer de lading verzekerd was, een principe gebaseerd op het al verder ontwikkelde zeeverzekeringsrecht uit Italië en Spanje. Dit leidde tot veel conflicten voor rechtbank, vooral omdat verzekeraars vaak probeerden onder de betaling van averij-grosse uit te komen door op de verantwoordelijkheid van de schipper te wijzen. Ook in de zaak van de Ever Given lijken de verzekeraars deze route te zullen gaan bewandelen om onder betaling uit te komen.
Conclusie: historische wortels nog steeds actueel
Hoewel de zaak van de Ever Given een uitgesproken eigentijds karakter heeft, zijn de meeste principekwesties al terug te voeren tot de verre geschiedenis. De regels rondom averij-grosse zijn vandaag de dag opgenomen in de zogenaamde York-Antwerp Rules en daarmee uiteraard verder ontwikkeld, maar de problemen zijn verrassend vergelijkbaar met zestiende-eeuws Antwerpen. Sommigen noemen averij-grosse wel een anachronisme, maar de Ever Given-zaak geeft hernieuwde relevantie aan het instrument.
Biografie
Gijs Dreijer (1992) promoveert aan de University of Exeter en de Vrije Universiteit Brussel op de ontwikkeling van averij-grosse in zestiende-eeuws Antwerpen. Hij publiceerde hieronder onder meer in het Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis. Contact: gd334@exeter.ac.uk