Drie generaties Blaeu leverden in vele opzichten cruciale bijdragen aan de leidende positie van Nederlandse uitgevers, boekhandelaren en kaartenmakers op de wereldmarkt. Hun canonieke betekenis – zie de Canons van Nederland en Amsterdam – verleidde mij tot het schrijven van het boek met de bovenstaande titel. In dit boek wordt een nieuw overzicht geboden van de familie, met de bestaande literatuur als vertrekpunt. Daarnaast worden accenten gelegd en toegevoegd, voortvloeiend uit eigen onderzoek en omdat ik enkele aspecten tot op heden onderbelicht vond.
In dit werk wordt de familie Blaeu meer vanuit hun eigen tijd benaderd. Wat waren hun ambities en drijfveren? Waarom was Willem Jansz Blaeu een wiskundig geschoold ondernemer zonder bestuurlijke carrière en kunnen wij zijn zoon en enkele van zijn kleinkinderen typeren als regenten met een fascinatie voor Italië? Door te kijken via de bril van toen is er ook meer oog voor aspecten die niet direct met de uitgeverij en de kaartenmakerij te maken hebben en voor broers en zussen die geen rol speelden in boekhandel en uitgeverij. Hoe zat het met de vrouwen in de familie, zowel in de context van het uitgeversbedrijf als daarbuiten? In het verlengde daarvan is er in dit boek ook veel aandacht voor de ‘maagschap’ van de Blaeus, het netwerk van de familie in brede zin, de vrienden en de zakelijke contacten. De familierelatie met burgemeester Hooft bijvoorbeeld, getrouwd met Anna Jacobsdr, een nicht van Willem Jansz Blaeu, was aan het eind van de zestiende eeuw voor Willem van belang om een vliegende start te maken. Die relatie werd daarna als het ware telkens ververst.
De relatie Hooft wordt door de familie ook ingezet op het terrein van de heraldiek. Eerst komt er een echte achternaam. Willem Jansz’ grootvader, omstreeks 1500 geboren op het eiland Wieringen, is bekend onder de bijnaam ‘Blauwe Willem’. Hij begint een haringhandel aan de Nieuwendijk in Amsterdam in het pand met het uithangbord ‘De Witte Voet’. Door erfenis komt dit pand aan zijn kleindochter Anna Jacobsdr, ook bekend als Anna Jacobsdr Blaeu, dus qua achternaam vernoemd naar haar grootvader. In 1621 neemt Willem Jansz de achternaam ‘Blaeu’ van zijn grootvader en nicht aan. Het pand van zijn grootvader aan de Nieuwendijk wordt vervolgens ook het ‘stamhuis’ van de familie. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw gebruikt de familie daarom een wapenschild met een witte voet op een blauw veld: de Nieuwendijk en Blaeu gecombineerd.
Vele handen
Voor dit boek heb ik minder tijd dan verwacht doorgebracht in studiezalen. Vele archieven zijn door digitalisering, transcripties en indiceerwerkzaamheden in de afgelopen jaren beter toegankelijk geworden. Bij historische verenigingen en in het project VeleHanden werken vele honderden vrijwilligers aan de optimale toegankelijkheid van deze bronnen. Daarmee heeft dit boek veel te danken aan het werk van ontzettend veel anonieme, maar misschien daarom wel des te meer gewaardeerde hoofden en handen.
What’s new
Het is lastig om van een groot formaat en rijk geïllustreerd boek van bijna 400 pagina’s eruit te lichten wat nu beslist nieuw of verrassend is. Een voorbeeld: de geboortedatum van Joan Blaeu. In de bestaande literatuur wordt het midden gehouden tussen de jaren 1596 en 1599. Nu is zijn geboortedatum vastgesteld: 23 september 1598.
Naast feiten zijn er natuurlijk verhaallijnen die een ander beeld opleveren van de Blaeus. Zo zien wij hoe Joan Blaeu, mede dankzij erfenissen van de kant van zijn vrouw Geertruit Vermeulen, grondbezitter was, dat hij en zijn zonen ossen vetmestten en dat hij actief was in de Atlantische handel en participeerde in het opzetten van een suikerplantage in de Cariben. Joan was een ondernemer die, in combinatie met zijn positie in de Amsterdamse vroedschap, zich met gezag kon wenden tot autoriteiten in binnen- en buitenland.
Ook zijn broer Jacob werd een ondernemer van belang, in Rotterdam. Af en toe hielp hij zijn broer in Amsterdam bij zakelijke contact in het Zuiden. Daarnaast klom hij op als handelaar in textilia op Europese schaal en bekleedde hij bestuursfuncties in Rotterdam. Al voor haar huwelijk met Jacob was Anna Maria Soetens een grote koopvrouw. Na Jacobs overlijden groeide de breedte en omvang van haar assortiment nog meer. Naast textilia ging zij grootschalig handelen in wijn en joodse boeken. Grote partijen koopt zij in bij drukkers zoals Joseph Athias in Amsterdam om ze vervolgens door te verkopen aan Duitse afnemers. Een voorbeeld van zo’n transactie heeft een waarde van ruim 40.000 gulden (ter vergelijking: een ongekleurde Atlas Maior van Joan Blaeu kostte ongeveer 350 gulden, meer dan een jaarloon van een geschoolde ambachtsman). Zij doet in dit geval haar zaken met de joodse koopman Jacob Matthias in Frankfurt. De boeken in die transactie hebben een waarde van 14.000 gulden. Haar status en haar rijkdom maken haar als weduwe tot een aantrekkelijke huwelijkspartner. Zij trouwt met de Haagse raadsheer Willem Goes, zelf weduwnaar van een dochter van de geleerde, tevens goede kennis van Blaeu, Daniël Heinsius.
Wereldroem
In februari 1672 treft de familie Blaeu een zware slag. Dan gaat de nieuwe drukkerij aan de Gravenstraat – nu het Blaeu Erf bij de Nieuwe Kerk – in vlammen op. Het is niet de doodsteek voor het bedrijf omdat de firma nog steeds beschikt over de grote drukkerij aan de Bloemgracht en het bedrijfspand met winkel en woonhuis aan het huidige Damrak, maar een klap is het wel. Zeker als wij die brand in combinatie zien in combinatie met het Rampjaar 1672 en het overlijden van Joan Blaeu in december 1673. Het nieuwtje van de brand bij Blaeu is Europees nieuws en is daarmee een gespreksonderwerp in Londen, Wenen of Antwerpen. Het bedrijf wordt na 1672 stukje bij beetje van minder belang voor de familie. Die stappen terug, zoals de verkoop van de succesvolle winkel, hebben deels te maken met keuzes voor andere carrières, zoals die van secretaris van de stad Amsterdam of bewindhebber van de VOC.
Hoe beroemd en geëerd tot slot Joan Blaeu was, blijkt uit de condoleancebrief die Balthasar Moretus, directeur van het Antwerpse uitgevershuis Plantijn, begin januari 1673 schrijft. Hij schat de roem en bekendheid van Blaeu hoger in dan die van de Republiek. Hij prijst de drukkerij van Blaeu en de grote en mooie werken die bij hem van de pers kwamen. Tot slot wijst hij op de moed en standvastigheid van Blaeu in voor- en in tegenspoed; een voorbeeldig mens.
K. Zandvliet, De wereld van de familie Blaeu (Walburg Pers 2022)
Meer informatie
Biografie
Kees Zandvliet (1953) is een van de vaste voorzitters van adviescommissies van het Mondriaan Fonds. Hij is emeritus-hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast was hij stafmedewerker en hoofd Presentatie bij het Amsterdam Museum, hoofd van de afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum en hoofd van de afdeling Kaarten en Tekeningen van het Nationaal Archief. Hij promoveerde op de cartografische dimensie van de Nederlandse overzeese expansie in de zestiende en zeventiende eeuw.