Op 7 juni 2022 opende Het Scheepvaartmuseum de tentoonstelling over de Slag bij Solebay die plaatsvond op 7 juni 1672 nabij Southwold aan de Engelse oostkust. Een gecombineerde Engels-Franse vloot onder leiding van Jacobus hertog van York, en Jean II, Comte d’Estrées, vocht in de Derde Engels-Nederlandse oorlog tegen de vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden onder bevel van Michiel de Ruyter. Deze eerste zeeslag van de Nederlandse oorlogsvloot in het Rampjaar werd later vereeuwigd in twee series wandtapijten, vervaardigd door Thomas Poyntz naar ontwerp van Willem van de Velde de Oudere. Het Scheepvaartmuseum kon twee monumentale tapijten uit de tweede serie in 2020 aankopen, die alleen al vanwege hun afmetingen (ca. 6 x 3 meter) meteen in het oog springen (zie voor meer informatie over de bijzondere tapijten).
Een Engelstalige symposium vormde de voorbode van de tentoonstelling in Het Scheepvaartmuseum. Vier sprekers stelden daarin verschillende aspecten van de Slag van Solebay centraal. Viceadmiraal b.d. Matthieu Borsboom, oud-voorzitter van de Raad van Toezicht van Het Scheepvaartmuseum, opende het symposium.
Onbesliste zeeslag
Adri van Vliet (Nederlands Instituut voor Militaire Historie) gaf als eerste spreker een uiteenzetting van de aanleiding, het verloop en de betekenis van Slag bij Solebay, die 350 jaar geleden plaatsvond. In 1670 hadden de koningen Lodewijk XVI van Frankrijk en Karel II van Engeland een verdrag gesloten om een gezamenlijke aanval op de Republiek te ondernemen. In maart 1672 brak de oorlog uit, waarbij de troepen van de Franse koning en de bisschoppen van Münster en Keulen de Republiek op het land aanvielen. Dit was het begin van wat later het Rampjaar 1672 zou gaan heten. Als tegenaanval had raadpensionaris Johan de Witt vlootvoogd Michiel de Ruyter opdracht gegeven om de Engels-Franse vloot op te zoeken voordat deze de Hollandse kust kon blokkeren. Op 7 juni 1672 verraste de Hollandse vloot de Engels-Franse vloot in de Solebay, Suffolk, al lukte de aanval niet helemaal omdat er een verraderlijke westenwind stond. Een Nederlandse brander vernietigde het vlaggenschip van de Engels-Franse vloot, de Royal James. Hierdoor kwamen viceadmiraal Edward Montagu en honderden opvarenden om het leven. Aan Nederlandse zijde sneuvelde viceadmiraal Willem Joseph baron van Ghent, die vandaag in de Domkerk in Utrecht ook werd geëerd met een herdenking. De strijd werd vanwege het intreden van de duisternis afgebroken en eindigde uiteindelijk onbeslist, maar alle drie partijen zouden later de zege claimen. De blokkade van de Republiek was in ieder geval mislukt. De Engelsen en Fransen verloren meer manschappen en de Republiek meer schepen.
Koning Karel II bestelde om het succes te vieren een aantal tapijten over de Slag bij Solebay, naar ontwerp van Willem van de Velde de Oude. Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam.
David tegen Goliath
Luc Panhuysen (freelance historicus en auteur van het boek Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte, voor het eerst verschenen in 2009 en inmiddels in 13e druk) plaatste de Slag bij Solebay in de internationale verhoudingen van het Rampjaar. Hij liet zien dat het conflict tussen de Republiek en Frankrijk en zijn bondgenoten een strijd tussen David en Goliath was. De Republiek was met betrekking tot de omvang van de vloot (circa 90 schepen tegenover 120 schepen), manschappen (20.000 soldaten tegen 120.000) ver in de minderheid. De Fransen hadden bovendien een centrale en ervaren leiding, terwijl de Republiek een meerhoofdig leiderschap had met een onervaren stadhouder Willem III aan het hoofd. De Republiek rekende bij de verdediging op de forten in Maastricht en in Kleef, maar de Fransen passeerden die moeiteloos. Ook de IJssellinie bood geen uitkomst, want de Fransen trokken op 12 juni 1672 de Rijn over en bezetten in een mum van tijd Utrecht en Gelre. Deze snelle opmars leidde tot grote paniek bij de inwoners van deze gewesten die en masse probeerden naar veiliger oorden uit te wijken. Ook de stedelijke magistraten bekommerden zich niet meer om verdediging of verzet en vluchtten weg; de lagere klassen in steden in het hele land grepen de macht.
De Fransen wilden na hun eerste veroveringen doorstoten naar Amsterdam en Den Haag, maar de Waterlinie tussen Holland en Utrecht voorkwam dat. Deze kunstmatige verdedigingslinie bleek onneembaar voor de vijand, al waren de meren nauwelijks 10 cm diep. De Slag bij Solebay betekende dat de dreiging van een blokkade of invasie van Holland was afgewend.
Bovendien wist Willem III al gauw tal van bondgenoten te verzamelen, zoals de koning van Spanje en vorsten in het Duitse Rijk. Dat dwong Lodewijk XIV ertoe om zijn troepen uit de Nederlanden terug te trekken. Het rampjaar duurde ongeveer 17 maanden. De samenwerking tussen de Engelsen en de Fransen was mislukt. Na 1672 moest de Republiek zichzelf opnieuw uitvinden, waarbij de nadruk meer kwam te liggen op de landverdediging dan op de zeemacht.
Na een muzikaal intermezzo door de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers gaf Jack Avery (University of Oxford) een beeld van de Engelse reacties op de Slag bij Solebay op basis van de London Gazette, de officiële krant van de Engelse regering. Karel II vaardigde een proclamatie uit, die het verspreiden van vals nieuws of ongepast commentaar op de oorlogshandelingen strafbaar stelde.
De Engelse visie
De berichtgeving in de staatscourant was in de eerste plaats gebaseerd op ooggetuigen vanaf het land. Zij gaven op basis van het kanongebulder een indicatie van het verloop van de strijd. Naderhand gebruikte men berichten van deelnemers aan de strijd, waarbij gold dat hoe hoger iemand in rang was hoe betrouwbaarder diens verslag werd beschouwd. Bevelhebbers bezaten eergevoel en wilden dat hun optreden glansrijk zou worden beschreven. Zij lieten kritiek op hun acties dan ook niet ongemerkt passeren. De Engelse pers nam later zelfs berichten uit couranten en pamfletten uit de Republiek over, maar deze bewerkte ze eerst om niet teveel af te wijken van de officiële visie op de zeeslag.
Diverse voorbeelden van redactionele aanpassingen tijdens de presentatie van Jack Avery.
Twee wandtapijten
Tim Streefkerk (conservator van Het Scheepvaartmuseum) ging nader in op de twee verworven wandtapijten. Koning Karel II gaf opdracht om zes wandtapijten te maken om de ‘overwinning’ in de Slag bij Solebay te vieren. Voor hem was dit een genoegdoening voor de grote nederlaag tegen de Nederlanders in 1667 (Tocht naar Chatham). Willem van de Velde de Oudere was betrokken bij het ontwerpen van de tapijten. Hij werkte vanaf de winter van 1672 aan het Engelse hof, maar maakte de slag mee als reporter-tekenaar aan de kant van de Hollandse vloot. Van de Velde moest dan ook informatie aan Engelse deelnemers vragen om het Engelse perspectief goed in beeld te krijgen. Dat leverde opmerkelijke uitwerkingen op. Op sommige tapijten bollen de zeilen naar links en wapperen de vlaggen aan de mast naar rechts. De vernietiging van de Royal James is twee keer afgebeeld, terwijl dit toch de ondergang van het vlaggenschip betrof. Jacobus II liet een tweede serie tapijten maken als cadeau voor admiraal George Legge, maar deze was bij de voltooiing daarvan reeds in ongenade gevallen. De tweede serie werd waarschijnlijk al snel verkocht en twee daarvan zijn inmiddels in bezit van Het Scheepvaartmuseum. Tevens liet Streefkerk een voorproefje zien van de tentoonstelling over de Slag bij Solebay, waarop de zeeslag stap voor stap wordt uitgelegd. Vervolgens openden John Montagu, Earl of Sandwich, en Frits de Ruyter de Wildt, 12e generatie nazaat van Michiel de Ruyter, de tentoonstelling officieel.
Van links naar rechts: Frits de Ruyter en John Montagu, Earl of Sandwich. Foto Jeroen van der Vliet.
De lezingen tijdens het symposium lieten goed zien dat de Slag bij Solebay direct na 7 juni 1672 voor veel verdeeldheid in verslaggeving en beoordeling zorgde. Wie de echte winnaar was, blijkt vooral een kwestie van perspectief. Maar over één ding hoeft geen twijfel te bestaan: met de wandtapijten heeft het museum twee topstukken erbij gekregen. De presentatie over de Slag bij Solebay is te zien tot het voorjaar van 2023.
Michel van Gent en Marja de Keuning
Michel van Gent, onderzoeker, Huygens Instituut – KNAW.
Marja de Keuning, projectmanager en (eind)redacteur Maritiem Portal en Nieuwe Maritieme Geschiedenis van Nederland, Huygens Instituut – KNAW.