Toen de samenstellers in 2020 bezig waren met de Atlas van de trekvaarten, was het steeds de bedoeling dat deze papieren Atlas geen eindpunt zou zijn, maar tevens een begin van verder onderzoek en publieksbereik via internet. Lokale en regionale historische verenigingen en andere erfgoedinstellingen zouden hun voordeel kunnen doen met de Atlas en op lokaal niveau preciseringen aanbrengen.
Cultuurhistorische waardenkaart
Ook de provincie Zuid-Holland, de voornaamste financier van de Atlas van de trekvaarten, wilde graag informatie uit de Atlas gebruiken op hun cultuurhistorische waardenkaarten. De trekvaarten zelf stonden daar al wel op, maar nog niet de precieze loop van alle jaagpaden. Zonder jaagpad geen trekvaart immers, die paden maken onverbrekelijk deel uit van de vroegmoderne maritieme infrastructuur. De kaarten in de Atlas van de trekvaarten, gemaakt in overleg met de auteurs door kaartenmaakster Yvonne van Mil, waren een belangrijke eerste stap voor de kaartenafdeling van de provincie om deze op hun gelaagde cultuurhistorische kaart aan te brengen. Het gaat dan om de trajecten Haarlem-Leiden-Delft-Den Haag-Rotterdam/Schiedam, de Delflandse trekvaarten en het traject Gorinchem-Vianen. Hier staan de jaagpaden zeer precies op aangegeven. Maar ook de Atlas bevatte niet tot in detail alle jaagpaden langs alle trekvaarten. De paden langs de trekvaarten Leiden-Utrecht en Gouda-Amsterdam moesten in een later stadium nog precies worden nagegaan aan de hand van oude kaarten. De website topotijdreis.nl biedt daartoe uitstekende handvatten. Die gaat weliswaar niet verder terug dan 1815, maar toont wel op detailniveau de trekvaarten en jaagpaden zoals ze nog in de negentiende eeuw waren.
Reconstructie
Op deze wijze konden ook de ontbrekende jaagpaden worden ingetekend. Een complicerende factor bij het reconstrueren waar de jaagpaden nu precies liepen is dat ze ooit geregeld van de ene oever naar de andere versprongen. Het jaagpaard stak dan een brug over, of werd met een pontje, een schouwtje, naar de andere oever overgevaren. Met name op het traject Leiden-Utrecht langs de Oude Rijn is dat meer dan eens het geval, op het deel tussen Leiden en Alphen zelfs drie keer. Op het traject Haarlem-Leiden is dat eveneens het geval, het jaagpad steekt daar geregeld via een brug over naar de andere oever. En ook op de Vliet en de Schie gebeurde dat. Bij het Veerhuis van Overschie voer het jaagpaard met een schouwtje naar de overkant. Gezien de drukte op dit traject (Delft-Rotterdam) met veertien schuiten per dag in beide richtingen, moet het pontje bijna continu in de vaart zijn geweest.
Een tweede complicatie is dat de jaagpaden niet altijd meer aanwezig of herkenbaar zijn in het landschap. In de buitengebieden over het algemeen nog wel, al zijn sommige daar vervangen door autowegen of fietspaden. In steden en hun directe omgeving is dat wat lastiger vanwege grootschalige veranderingen in bebouwing en infrastructuur. Ingrijpend is de aanleg geweest van nieuwe waterwegen in de 19de en 20ste eeuw, waardoor watertrajecten compleet zijn gewijzigd. De oorspronkelijke Gouwe bij Gouda, nu de Kromme Gouwe geheten, is bijvoorbeeld doorsneden door de Nieuwe Gouwe, waarbij het oorspronkelijke jaagpad deels verloren is gegaan. Dat vinden we op de nieuwe kaart terug, waarbij het lijkt of het oude jaagpad nu door het water loopt, maar dat is dus een gevolg van vergravingen.
Naar Utrecht en Amsterdam
Wanneer we vanuit Leiden de stad Utrecht naderen wordt het wat onoverzichtelijk: het landschap is aan de westzijde van Utrecht zó totaal op de schop gegaan (nieuwe stadsdelen, verkeersknooppunten, spoorwegen, kanalen) dat het jaagpad langs de trekvaart die ooit zijn eindpunt had bij de Catharijnepoort niet meer terug is te vinden. Het op de kaart ingetekende jaagpad langs de Rijn vanuit Harmelen stokt daarom halverwege de Utrechtse wijk De Meern.
Het jaagpad op het lange traject van Gouda naar Amsterdam is daarentegen nog grotendeels intact. Bovendien loopt het in één lijn vanaf Gouda langs telkens dezelfde oever van de Gouwe en de Aar. Pas bij Vrouwenakker, even ten westen van Uithoorn, verspringt het jaagpad één keer om dan aan de andere oever verder te lopen tot aan het eindpunt, herberg de Berenbijt aan de Amstel in Amsterdam. Gelukkige bijkomstigheid is dat dit deel van Amsterdam-Amstelland, de zogeheten ‘groene scheg’ langs Ouderkerk aan de Amstel, gevrijwaard is gebleven van grootschalige herinrichtingen en zijn oorspronkelijke landelijke karakter heeft behouden.
Handleiding
De cultuurhistorische waardenkaart Zuid-Holland bevindt zich op https://pzh.b3p.nl/viewer/app;jsessionid=A5105CD2E6D52C0C9EFA16C82834802A/Cultuur_historische_atlas?bookmark=3cc7b1043c9e4122a747fdab0da4d47d. Zoom in en je kunt overal tot in detail volgen waar deze belangrijke verbindingspaden in de provincie Zuid-Holland ooit liepen en vaak nog in het landschap terug te vinden zijn.
Biografie
Ad van der Zee (1957) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte lange tijd voor de Bataviawerf in Lelystad, was enige tijd uitgever en is sinds 2012 verbonden aan het Erfgoedhuis Zuid-Holland in Delft. Meer info: http://advanderzee.com