
Op 7 november 2025 vond het negentiende symposium van het Maritiem Portal en Nieuwe Maritieme Geschiedenis van Nederland (NMGN) plaats in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Vanuit het Marinemuseum in Den Helder heette voorzitter Anita van Dissel (Universiteit Leiden) alle aanwezigen welkom.
Welkomstwoord Marinemuseum
Dat Den Helder de uitgelezen locatie was voor een maritiem symposium, bleek uit het welkomstwoord van Leon Homburg (Marinemuseum). Homburg benadrukte dat de stad geen uithoek is, maar het middelpunt van Nederland voor mensen uit de maritieme wereld. Ook het thema, veiligheid op zee, sluit goed aan bij (de koers van) het museum. Volgens Homburg leren we slecht van de geschiedenis als het gaat om veiligheid op zee. We plukken wel graag de lusten, maar geven niet thuis op de lasten. De nieuwe marketingstrategie van het museum is dan ook Laten we er wat van leren. Hierbinnen past ook de nieuwe tentoonstelling Marine van Nu waarin de vraag centraal staat hoe veiligheid op zee gewaarborgd kan worden met toegenomen dreiging in de wereld.
The return of the privateer
Als tweede was het woord aan Pieter Zhao (promovendus EUR) over zijn onderzoek naar niet-militaire actoren in beveiliging en oorlogsvoering op zee. De relevantie van zijn onderzoek bleek uit het recente voorbeeld van het Nederlandse vrachtschip de MV Minervagracht dat in september werd getroffen door een raket uit Jemen. Zhao suggereerde, op basis van informatie over de bemanning, dat het schip waarschijnlijk werd beveiligd door een private maritime security company (PMSC).

Zijn onderzoek richt zich op de rol van deze PMSCs in de maritieme veiligheid en oorlogsvoering. Zhao structureert deze ontwikkeling op basis van een economische, politieke en militaire pilaar. Hiernaast is er ook aandacht voor de consequenties van PMSCs op internationale normen rondom veiligheid. Met zijn onderzoek probeert Zhao twee bredere contributies te doen. Allereerst koppelt hij de opkomst van private veiligheidsbedrijven aan structurele historische veranderingen, zoals globalisering en de afname van schepen die de veiligheid op zee waarborgen. Hierdoor is er meer ruimte voor alternatieve actoren zoals PMSCs. Daarnaast wordt deze ontwikkeling in de literatuur vaak aangeduid als nieuw, maar Zhao betwist dit. De maritieme geschiedenis staat namelijk vol met niet-militaire of irreguliere actoren. Het maritiem historisch perspectief van zijn onderzoek laat dan ook zien dat deze recente voorbeelden juist een terugkeer zijn naar vroeger.
Verbeteren van de beveiliging op zee in de naaste toekomst
Daarna vertelde Bas Buchner (Koninklijke Marine) meer over de toekomst van verdediging en veiligheid op zee. Ook Buchner beriep zich op recente voorbeelden van de drone oorlog in Oekraïne en nieuwsberichten over dreiging van drones op de Europese infrastructuur.

Drones vormen ook voor de marine de toekomst. Buchner stelde dat we midden in een snelle transitie zitten van volledig bemenste platformen naar een systems-of-systems benadering met lichter bemenste platformen, met daaromheen onbemensde en autonome systemen. Om hierin door te ontwikkelen is Buchner betrokken bij de taskforce Maritime Uncrewed, die mensen uit de gehele defensieketen bij elkaar brengt. Deze taskforce is noodzakelijk om een verhoogde slagkracht te realiseren. Dit kan helpen conflicten te voorkomen, of conflicten te winnen als deze al zijn ontstaan. Daarnaast creëert het een operationeel concept om deze losse systemen samen te laten werken en door te blijven ontwikkelen.
Buchner vatte de toekomstvisie samen als een effectieve samenwerking tussen grotere platformen en onbemensde systemen, maar met een blijvende rol voor de mens. Ook stipte Buchner het belang aan van continue doorontwikkeling en samenwerking met industrie en kennisinstellingen.
Beleid versus praktijk: De geschiedenis van quarantaine in Nederland en koloniën
Vervolgens presenteerde Eileen van der Burgh (promovendus Universiteit Leiden) haar onderzoek naar de geschiedenis van quarantaine in Nederland, Suriname en Indonesië in de negentiende eeuw. Haar onderzoek spitst zich niet alleen op (inter)nationale regelgeving, maar ook op de dagelijkse praktijk aan boord en in quarantaine-inrichtingen, en de internationale reputatie van Nederland. Volgens Van der Burgh werd het Nederlandse beleid namelijk gezien als laks.

Aan de hand van twee casussen, de Corinthe (1842) en het ss Rindjani (1911), liet Van der Burgh zien hoe de Nederlandse quarantainewetgeving zich ontwikkelde in de loop van de negentiende eeuw. Haar onderzoek concludeert dat beleid op het gebied van quarantaine lang niet altijd aansloot op de praktijk. De belangen van de handel en de volksgezondheid waren bijvoorbeeld niet altijd verenigbaar. Daarnaast liep wetgeving in Nederland enorm achter, maar ook internationale verdragen lieten lang op zich wachten. Zelfs toen nieuwe wetten wel werden ingevoerd, waren die vaak lastig te implementeren en interpreteren in de dagelijkse praktijk aan boord van schepen en in de havens, volgens Van der Burgh.
Update Netwerk Maritieme Bronnen

Vaste prik op het programma is een bijdrage vanuit het Netwerk Maritieme Bronnen. Projectcoördinator Gerhard de Kok (Huygens Instituut – KNAW) vertelde meer over de recente ontwikkelingen binnen de vervanger van Maritiem Digitaal, dat maritiem erfgoed beter online zichtbaar wil maken. Met deze keer goed nieuws, want Maritiem Digitaal wordt in een nieuw jasje gestoken.
NMB heeft de handen ineen geslagen met Double Dig IT, een softwarebedrijf in de cultureel erfgoedsector. Gezamenlijk gingen ze aan de slag met het redden van de bestaande data en het vernieuwen van de website. De functionaliteiten op de website functioneren nog steeds op dezelfde manier, maar zijn vooral verbeterd. De website is nu mobiel vriendelijk, en elk object heeft een bron URL heeft als directe verbinding naar waar het origineel te vinden is. Ook is er de mogelijkheid om een winkelmandje met bronnen op te bouwen en meerdere objecten gelijktijdig te delen of downloaden. De vernieuwde website zal vanaf begin 2026 online beschikbaar zijn.
De stormwaarschuwingen van Buys Ballot

Dirk van Delft, oud-directeur van Museum Boerhaave en nu biograaf van Nederlandse wetenschappers, vertelde ons hierna over meteoroloog Christoph Buys Ballot. Wat begon als hobby, leidde uiteindelijk tot de oprichting van het KNMI. Van Delft vertelde dat Buys Ballot op grote schaal meteorologische metingen wilde uitvoeren, met stations over de hele wereld. De Nederlandse overheid steunde dit initiatief, omdat het verzamelen van meteorologische metingen van omstandigheden op zee kon bijdragen aan het vinden van snellere en veiligere routes naar Nederlands-Indië. Deze metingen, uitgevoerd door onder andere koopvaardijschepen, waren daarnaast van belang voor het maken van zeekaarten. Deze zeekaarten assisteerden kapiteins in het vinden van gunstigere routes voor de vaart. Dit alles droeg bij aan de oprichting van het KNMI in 1854, met Buys Ballot als hoofddirecteur.
Met behulp van deze waarnemingen wist Buys Ballot in 1857 ook zijn wet te presenteren. Van Delft legde uit dat op basis van een gelijktijdig verschil in luchtdruk stormen voorspeld konden worden. Hierin lagen ook kansen voor de zeevaart. Metingen werden via telegraaf overgebracht naar havens, waar kapiteins ter plekke hun handelswijze konden bepalen of aanpassen op basis van de cijfers. Dit leidde ook tot vernieuwingen op het gebied van stormwaarschuwingstekens.
De marine van gisteren, vandaag en morgen
De laatste spreker was Frans Rotteveel Mansveld (Koninklijke Marine) die ons meenam in het dagelijks leven aan boord als wachtofficier, met persoonlijke foto’s en video’s ter illustratie. Ook vertelde Rotteveel Mansveld dat medewerkers naast hun standaardrol een nevenrol kunnen hebben. Zelf is hij sleutelofficier, en verantwoordelijk voor alle sleutels aan boord. Aan het einde van de dagelijkse dienst is het tijd om het scheepsjournaal in te vullen, en dat wordt deze dagen nog steeds met de hand gedaan. Rotteveel Mansveld omschreef het leven op het schip dan ook als een klein dorp waarin ieder een belangrijke functie vervult, zoals de logistieke dienst of de technische dienst. Samenwerking tussen al deze diensten zorgde dan ook voor een goede reis.

Vervolgens vertelde Rotteveel Mansveld ook over de ontwikkelingen binnen de marine in de laatste tien jaar. Hij nam ons mee door zijn loopbaan en de verschillende operaties waarbij hij de afgelopen jaren betrokken was. Hieruit concludeerde hij dat de hoofdtaak van de marine van de piraterij naar oorlogsvoering is verschoven. Hierin sloot hij zich ook aan bij eerdere lezingen van Zhao en Buchner.
Ter afsluiting van het symposium was er een borrel georganiseerd aan boord van Ramtorenschip Schorpioen. Heeft u het symposium gemist? Of zou u een bepaalde lezing nog eens terug willen luisteren? De livestream van het symposium kunt u terugvinden via deze link.
Biografie
Rayke van Lent is promovendus aan de Erasmus School of History, Culture and Communication. Haar onderzoek maakt deel uit van het project De Man in de Haven. Haar huidige onderzoek richt zich op havenfamilies in Rotterdam ten tijde van de containerisatie. De containerrevolutie heeft veel aandacht gekregen op het gebied van logistiek, technologie en arbeid. Sociale en culturele factoren, zoals de impact van technologische veranderingen op het leven van havenarbeiders, zijn tot nu toe verwaarloosd. Haar project beoogt de dagelijkse realiteit van havenfamilies in tijden van transitie bloot te leggen en onderzoekt hoe de veranderende aard van havenarbeid gevoelens van solidariteit, gemeenschap en familie beïnvloedde. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de rol van vrouwen in havenfamilies en hun deelname aan en bijdragen aan hun gemeenschap.