Op donderdag 12 maart 2020 gonsde er een golf van verbazing en schrik door het kantoor toen premier Rutte in de persconferentie meldde dat musea voorlopig hun deuren moesten sluiten. Aan het einde van de werkdag zei ik nog vertwijfeld tegen de rest van de afdeling: ‘hopelijk tot maandag!’ Helaas bleek dat tevergeefs, want samen met Het Scheepvaartmuseum sloten ook de kantoren op zolder hun deuren. En zo verplaatste mijn stage zich ineens van het reusachtige ’s Lands Zeemagazijn naar de vier muren van mijn studentenkamer.
Stage bij Het Scheepvaartmuseum
Ik loop stage bij het museum voor mijn masteropleiding Publieksgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Als kind kwam ik al in Het Scheepvaartmuseum en omdat ik nu in Amsterdam Oost woon en over een museumkaart beschik, ging ik regelmatig een rondje door het museum lopen. Na het zien van de tentoonstellingen Rijzend Water en Strijd om het IJs was ik vastbesloten dat Het Scheepvaartmuseum mijn ideale stageplek zou zijn. In deze twee tentoonstellingen worden de ontdekkingsreizen naar het onbekende, mythische Noordpoolgebied tentoongesteld tegenover de gevolgen van de klimaatcrisis op de Arctische regio door middel van foto’s en films van Kadir van Lohuizen. Op deze manier zet het museum de bezoeker aan tot nadenken: hoe is onze wereld zo erg veranderd binnen vierhonderd jaar? Rijzend Water en Strijd om het IJs belichaamden voor mij precies wat ik belangrijk vind in mijn vakgebied: het heden en verleden aan elkaar koppelen en daarmee het verleden weer relevant en actueel maken.
Mijn stage bij de tentoonstellingsafdeling van Het Scheepvaartmuseum startte in februari en ik was bijna anderhalve maand bezig toen de intelligente lockdown inging. Tot dan toe nam ik deel aan vergaderingen en zou ik vooral gaan meewerken aan de twee aankomende tentoonstellingen van 2020: de tentoonstelling over de Amsterdamse Haven en de tentoonstelling over de Willem van de Veldes (vader en zoon). Voor mij persoonlijk is het heel interessant om een inkijkje te krijgen in het maken van deze tentoonstellingen, zowel inhoudelijk als projectmatig. Het is leuk om mee te werken aan de kleine puzzelstukjes die uiteindelijk zo’n grote tentoonstelling zullen vormen.
In het begin was het nog onduidelijk wat voor een invloed de maatregelen omtrent het Coronavirus precies zouden hebben op onze werkzaamheden. Het museum zag de ernst van de situatie op tijd in en riep de medewerkers ongeveer een week van tevoren op te zorgen dat ze vanuit huis verder zouden kunnen werken. Op 12 maart had ik dan ook mijn laptop meegenomen naar de afdeling ICT om hem thuiswerk-klaar te maken, denkende dat ik ‘er vroeg bij was’ en dit alleen maar ‘voor de zekerheid’ deed. Niets bleek minder waar: na die dag werkte ik opeens thuis.
Voor Pampus
De vraag ‘kan jij nog stage lopen vanuit huis?’ wordt me regelmatig gesteld. Veel stages om mij heen staken, maar niet bij Het Scheepvaartmuseum. Binnen afzienbare tijd werden de vergaderingen vervolgd door middel van Skype, Teams en Zoom. Zoals het nu algemeen bekende problemen zijn, ging er in het begin veel tijd verloren aan ‘ik hoor jou niet; hoor jij mij?’ en collega’s die plots veranderden in Picasso-schilderijen omdat de verbinding niet helemaal goed was. Desalniettemin werden de werkzaamheden al snel weer opgepakt en kon ik mijn stage dus gewoon voortzetten. De tijdsindeling van mijn stage is in feite niet erg veranderd: de vergaderingen gaan nog door en de aankomende tentoonstellingen zijn onze stip op de horizon.
Bovendien zijn er allerlei creatieve initiatieven opgezet. Binnen no-time werd ‘Het Scheepvaartmuseum ligt voor Pampus’ gelanceerd, waarbij mensen online door het museum kunnen lopen en de museumdocenten in vlogs een mini-college over interessante onderwerpen houden. Ook de medewerkers worden niet vergeten. We krijgen allemaal leuke dingen aangeboden tijdens de quarantaine: virtueel Zwitserse spritsen bakken met de chef-kok, vlogs van de directeur bekijken en deelnemen aan ochtend-sportsessies, niks is te gek. Bovendien kunnen we verschillende online cursussen volgen om bepaalde vaardigheden te verbeteren.
Ondanks al het leuke online contact is stage lopen tijdens het Corona-virus natuurlijk niet ideaal. Bovenal mis ik mijn collega’s en het prachtige gebouw. Corona brengt op een bepaalde manier een gevoel van saamhorigheid, maar geen gezamenlijke lunchpauze hebben is toch wat saai en mijn boekenkastje is allerminst een vervanging voor het gigantische depot van het museum. Als pas afgestudeerde historica gaf het me natuurlijk ook een kick om ’s ochtends de hangbrug naar het oude Zeemagazijn op te lopen en om tijdens mijn stagedag wat tekstbordjes te lezen als er klusjes moesten worden geklaard in de tentoonstellingszalen. Daarom wandel ik soms in mijn pauze even langs het museum: zo kan ik de historische sensatie van mijn stage toch weer wat aanwakkeren!
Lucie van Hulst (1997) is student Publieksgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en loopt dit semester stage bij de afdeling Tentoonstellingen van Het Scheepvaartmuseum.