Blog: ‘Varen naar herstel’. De opkomst van de Nederlandse koopvaardij na de Tweede Wereldoorlog (1)

CNOOKS, Club van Nederlandse Oud Gezagvoerders en Oud Hoofdwerktuigkundigen der Koninklijke/Shell

Al jaren wordt er onderzoek gedaan naar de maritieme geschiedenis van Nederland. Mijn interesse gaat uit naar de periode na de Tweede Wereldoorlog, mede omdat we nu nog gebruik kunnen maken van enkele ooggetuigen. Als zoon van een hoofdwerktuigkundige en superintendent van de Rotterdamse rederij Shell Tankers, zelf ook in dienst geweest te zijn geweest als scheepswerktuigkundige van deze rederij en sedert 10 jaar voorzitter van CNOOKS, Club van Nederlandse Oud Gezagvoerders en Oud Hoofdwerktuigkundigen der Koninklijke/Shell, richt ik mij op de ontwikkeling van de Rotterdamse rederij Shell Tankers in de naoorlogse jaren. De tijdvakken die ik zal beschrijven zijn: ‘De naoorlogse jaren van 1945 tot 1953’; ‘Wederopbouw 1953-1960’; ‘Verdere uitbreiding van de vloot 1960-1970’; ‘Oliecrisis en afslanking 1970-1980’ en ‘Het eind komt in zicht 1980-1997’. Graag doe ik hierbij dan ook een dringende oproep aan met name van het Maritiem Museum Rotterdam om de verhalen van de naoorlogse zeevarenden op te tekenen en te documenteren en dit idee toe te voegen aan de lijst van stageonderwerpen. Tevens nodig ik hierbij met name andere verenigingen van rederijen uit om met mij mee te denken over de uitwerking van dit project. Wellicht kunnen we aansluiten bij andere oral history-projecten? Als u behulpzaam wilt zijn bij de uitwerking van deze oproep, neem dan svp even mij contact op. Laat de waardevolle verhalen van naoorlogse opvarenden niet verloren gaan!

Wat eraan voorafging

Na de dramatische jaren 1939-1945 waarin Shell veel schepen door oorlogshandelingen verloor, brak er een nieuw tijdperk aan. De gezamenlijke Nederlandse Shellvloot bestond begin 1940 uit 94 tankers t.w. La Corona 36 (N.V. Petroleum Maatschappij La Corona), N.I.T. (Nederlands Indische Tank Stoomboot Maatschappij) 22 en C.S.M. (Curaçaose Scheepvaart Maatschappij) 36 schepen.

Bron: Lustrum disk www.cnooks.nl : Ships images O.pdf. ms. ‘Ondina’ was, na een heldhaftige actie in de Indische oceaan tegen twee Japanse oorlogsschepen, de eerste Shell tanker die na de bevrijding de Waterweg opvoer met een volle lading brandstof voor het leeggeroofde Nederland.

Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog bestond de Nederlandse La Corona, N.I.T. en C.S.M. vloot (samen het latere Shell Tankers) nog uit 66 schepen t.w. La Corona 23, N.I.T. 10 en C.S.M. 33 schepen. Deze vloot verloor door oorlogshandelingen 29 tankschepen van diverse tonnage. Daarbij verloren 102 officieren, 26 Nederlandse en 259 Chinese en andere niet-Nederlandse scheepsgezellen het leven.

‘Shell nieuwbouw in de na-oorlogse jaren van 1945 tot 1953

“Bij de Engelse Anglo-Saxon waren de verliezen in de Tweede Wereldoorlog eveneens zeer omvangrijk geweest, echter de aanvulling hiervan door de massa scheepsbouw in de Verenigde Staten van z.g.n. T2 tankers was evenredig groot, waardoor al vrij snel na de oorlog het aantal schepen en tonnage dat van de vooroorlogse situatie overtrof. Om die reden kwamen in 1949/1950 vijf Engelse schepen van 12.000 ton onder Nederlandse vlag te varen. De C.S.M. plaatste orders voor nieuwe schepen voor de Lake Trade’. Dit waren tankers die speciaal waren ontworpen voor de vaart van het Meer van Maracaibo naar Curaçao vise versa. De bekende eisen van maximaal laadvermogen bij een bepaalde diepgang en grote manoeuvreerbaarheid kwamen op tafel. De eerste tien schepen (G-1) met een draagvermogen van 6.325 ton werden besteld. Het waren dubbelschroefsstoomschepen met twee triple-expansiemachines die 3.800 pk. ontwikkelden bij een brandstofverbruik van 38 ton per dag. De snelheid bedroeg 12 knopen. Het waren zogenaamde trunk deck of kofferdekschepen ook wel havendekschepen genoemd. Toen de toegang tot het Meer van Maracaibo werd verdiept, werden de schepen later omgebouwd tot gladdekschepen waardoor ze 2.000 ton meer lading konden vervoeren. Hierna werden ze als G-3 tankers aangeduid. Drie later gebouwde schepen werden langer waardoor ook hun draagvermogen kon worden opgevoerd tot 7.900 ton. Deze schepen werden aangeduid als G-2 schepen. Drie schepen werden voor de C.S.M. omgebouwd voor de propaan-en butagasvaart. Ook de nieuwe ‘Genota’ kon gedeeltelijk propaan vervoeren. De al eerder in 1940 geplande 12.000 tonner ‘Mitra’ werd in 1949 aan de C.S.M. vloot toegevoegd evenals in 1947 de ‘Chama’ (ex ‘Backhuysen’). De laatste was het eerste schip in de vloot met radar. In 1953 werden de eerste stappen ondernomen tot de oprichting van Shell Tankers N.V. te ’s-Gravenhage. Dit werd op 1 januari 1955 bekrachtigd waarin het beheer van La Corona, N.I.T.M. en C.S.M. werd gebundeld. Vanaf 1953 werd een groot aantal nieuwe C-, K- en later A-schepen opgeleverd aan Shell Tankers N.V.”

Screenshot

In 1990 werden de Europese vloten samengevoegd en in 1997 ging de rederij verder onder de naam Shell International Trading and Shipping Company Ltd. Het einde van een tijdperk.

Biografie

Kees (C.G.) Storm (1953), telg uit een Vlaardingse vissersfamilie, met wortels vanaf de zestiende eeuw in Ter Heide (ZH), oud-koopvaardijofficier Shell Tankers B.V. en voorzitter van rederijvereniging CNOOKS (Club van Nederlandse Oud Gezagvoerders en Oud Hoofdwerktuigkundigen der Koninklijke/Shell).

Bronnen

  • Fleetlists 1899-2003: Lustrumdisk CNOOKS – www.cnooks.nl
  • Personeelsbladen Shell Tankers 1953-1995 : Van en voor de vloot / Tussen  Schip en Ka (1953-1995) – www.cnooks.nl
  • Documenten op de Lustrumdisk CNOOKS – www.cnooks.nl
  • G.C.H. Dijkstra jr. (1940), Ltz 2e klasse JC KMR, oud-gezagvoerder Shell Tankers B.V., afdelingshoofd Fleet support en HSEQ management Shell Tankers B.V. en  voormalig secretaris CNOOKS.