Eind februari 2022 konden vertegenwoordigers van de Stichting Nederlandse Kaaphoorn-vaarders, de Stichting Jacob Spin en de Stichting Maritiem Historische Databank (Marhisdata) een kleine mijlpaal vieren. Na veel inzet kon eindelijk het eerste resultaat worden getoond van het project dat tot doel had de grote collectie scheepsdocumentatie die in het bezit is van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders te digitaliseren. De Stichting Nederlandse Kaaphoorn-vaarders is deelnemer aan het Maritiem Portal en bekend bij veel geïnteresseerden in de maritieme geschiedenis. Desondanks is een korte introductie op zijn plaats.
Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
De Stichting is voortgekomen uit de in 1959 opgerichte Vereniging van Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders. Die Vereniging bestond uit Nederlandse zeelieden die alleen als lid konden toetreden als ze aan de hand hun monsterboekje aantoonden dat ze met een zeilend vrachtschip Kaap Hoorn hadden gerond. Dit zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika werd in 1616 door Willem Corneliszoon Schouten vernoemd werd naar zijn geboorteplaats, de stad Hoorn in West-Friesland, toen hij samen met Jacob le Maire op 29 januari deze kaap rondde. Een Kaap die berucht zou worden om de stormen die menig zeilschip deden stranden. De Vereniging zetelde, hoe kan het ook anders, in Hoorn en telde ooit zo’n tachtig leden. Dit aantal nam logischer wijs fors af, omdat aan het eind van de negentiende eeuw de zeilvaart in het vrachtvervoer werd verdrongen door de stoomvaart. De Vereniging werd in 1985 omgezet in een Stichting die de doelstelling op zich nam om de herinnering levend te houden aan het Nederlandse aandeel in de vaart rond Kaap Hoorn, niet alleen aan de Nederlandse schepen en zeelieden die de Kaap rondden maar ook aan de Nederlandse grote zeilvaart uit de negentiende eeuw. Vandaag de dag is de Stichting gevestigd in de Oudheidskamers van het Sint Jozefhuis aan het Achterom en is voor bezoekers toegankelijk. In deze kamers wordt een maritieme collectie getoond die zo zou kunnen dienen als decor bij een documentaire van Redmond O’Hanlon. Naast een bibliotheek van ruim duizend boeken worden schilderijen, foto’s, kaarten, scheepsmodellen en navigatie-instrumenten tentoongesteld.
Zeilschipdocumentatie
Wat niet tentoongesteld wordt, is de rijke en omvangrijke Nederlandse zeilschipdocumentatie die onderdeel uitmaakt van deze collectie. Deze collectie bestaande uit 39 ordners en opgeborgen in kasten in een van de oudheidskamers, kwam tot stand door het samenvoegen van documentatie of gegevens die in de twintigste eeuw door drie grote verzamelaars, kenners en liefhebbers van de Nederlandse grote zeilvaart waren opgebouwd: de heren Meilom Hoedemaker Wzn., Koen Suyk Jr. en Leendert Smit.
Van deze drie had Hoedemaker een achtergrond als zeevarende. Geboren in 1881 op Vlieland als zoon van een zeeloods, ging hij als dertienjarige jongen naar zee en heeft hij naast zeereizen naar voormalig Nederlands Oost-Indië, de West en Amerika, zelf tweemaal Kaap Hoorn gerond. Later was hij werkzaam als loods in IJmuiden, Den Helder en Amsterdam en gaf zeilles met loodschoeners aan adelborsten van de Koninklijke Marine. Naast het verzamelen van gegevens over zeilschepen maakte hij graag aquarellen over de zeilvaart en de schepen waarop hij had gevaren. Zijn belevenissen op zijn reizen zijn samen met die van andere zeelieden opgetekend en gepubliceerd in het boek Dwarsgetuigd, Herinneringen van Kaap Hoorn-vaarders, samengesteld door Koen Suyk Jr.
Koen Suyk Jr had geen maritieme achtergrond, maar was vanaf zijn jongensjaren gefascineerd door de grote zeilvaart. Hij was afkomstig uit de Zaanstreek en was eigenaar van een metaalgieterij. Hij had dan ook een zeer imposante ‘draaibas’, gegoten in zijn eigen gieterij, van een ‘metertje of twee’ in de gang staan. Suyk kwam vaak in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en het Maritiem Museum in Rotterdam. In Amsterdam was toenmalig conservator Cees Paul blij met zijn bezoeken, omdat men daar veel vragen kreeg over zeilschepen waarover men zelf geen gegevens had. Die informatie had Suyk wel in zijn uitgebreide scheepsdocumentatiesysteem dat hij in de loop der jaren had opgebouwd en die ook in het buitenland vermaard was. De betrekkingen waren dermate goed dat Suyk ook toestemming had om in het depot van Het Scheepvaartmuseum onderzoek te doen om zijn verzameling aan te vullen. Suyk stelde diverse publicaties samen over de Nederlandse grote zeilvaart.
Het is helaas niet gelukt om meer informatie over Leen Smit te verkrijgen en hij blijft helaas voor nu minder bekend. Afkomstig uit Alblasserdam doet vermoeden dat hij behoorde tot een bekend maritiem geslacht. Samen met H. Hacquebord bracht hij twee deeltjes uit over Nederlandse zeilschepen als onderdeel van de Alkenreeks.
Collectie Hoedemaker en Smit
De verzamelingen van Hoedemaker en Smit zijn op enig moment in handen gekomen van Ary Lels, die deze beheerde. Als historicus vond Cees Paul het belangrijk dat de verzamelingen zoveel mogelijk bij elkaar gebracht zouden worden om zo versnippering of zelfs vernietiging te voorkomen. Het is helaas niet duidelijk te herkennen wie welk deel heeft aangebracht. De collectie bestaat uit aantekeningen over schepen, afbeeldingen van schilderijen die of in de bekende maritieme musea bevinden of in particulier bezit, foto’s, correspondentie, dagboekfragmenten, kopieën etc. Daarnaast is niet altijd duidelijk wat ‘origineel’ materiaal is en welk deel uit reproducties bestaat.
Het belang van deze documentatie moet in de tijd worden geplaatst, waarin deze werden samengesteld, en is voor bepaalde onderdelen aan verandering onderhevig. Dit geldt met name voor de aantekeningen over de geschiedenis van de schepen. In de periode dat deze liefhebbers deze documentatie samenstelden bestond er geen internet, geen Delpher en geen Transkribus. Onderzoeksmiddelen, bronnen en mogelijkheden waren vele malen beperkter dan heden ten dage. Dit kunt u alleen al zien aan de hand van ‘de ouderwets’ handgeschreven brieven in deze collectie. Daarnaast zijn maritieme musea en overige collectiehouders volop bezig met het online beschikbaar stellen van afbeeldingen van schilderijen; dit vaak in kleur en zeer gedetailleerd gefotografeerd. Hier zitten dus ook schilderijen tussen die door de hierboven genoemde liefhebbers met veel inspanning ooit in het verleden zijn gefotografeerd en in zwart-wit zijn afgedrukt. Het aan verandering onderhevig zijn zal in zekere zin (kunnen) gelden voor elke collectie, want we zitten momenteel in een digitale revolutie wat betreft het ontsluiten van (archief)bronnen.
Desondanks blijft deze collectie relevant doordat deze collectie genoeg stukken bevat die zich niet in archieven en de hedendaagse musea bevinden. Zo bevat het dossier van de A.H. van Tienhoven, gebouwd op de werf van Franz Harms von Lindern, dagboekfragmenten van scheepsbouwer ‘Von Lindern’ zelf. Op deze manier zijn er ook getuigenissen van scheepsongevallen terug te vinden.
Stichting Jacob Spin
Verder is het niet voor niets dat de Stichting Jacob Spin een belangrijk aandeel voor haar rekening nam bij het digitaliseren. Deze Stichting heeft zich tot doel gesteld een oeuvre in boekvorm te realiseren met scheepsportretten vervaardigd door scheepstekenaar Jacob Spin (Amsterdam, 1806-1875). Jacob Spin vervaardigde in opdracht van de kapiteins en soms van reders portretten van schepen die door hem nauwkeurig en erg gedetailleerd in aquarel en gouache werden vastgelegd. Hij heeft in de bijna vijftig jaar dat hij deze scheepsportretten maakte, honderden afbeeldingen van zeilschepen en later ook van stoomschepen vastgelegd. Zijn werk is daarmee de belangrijkste visuele bron voor de negentiende-eeuwse Nederlandse zeilvaart. De omvang van zijn werk wordt geschat op ongeveer 1.000 portretten, waarvan zich 60%-70% in particulier (deels in het buitenland) bezit bevindt. De Stichting Jacob Spin heeft na intensief onderzoek maar liefst 880 scheepsportretten getraceerd en opgenomen in haar catalogus. Hiervan komen zo’n 110 portretten uit de documentatie van de Kaap Hoorn-vaarders die door dit project konden worden toegevoegd. Daarnaast konden ook tot dan toe ‘naamloze’ scheepsportretten van een naam worden voorzien. De Baron van der Capellen, waarvan een geschilderd scheepsportret is geveild in 2018 , is hier een voorbeeld van. Het ligt in de bedoeling van de Stichting Jacob Spin om Spins oeuvre in boekvorm uit te geven.
De collectie scheepsdossiers van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders alsmede een verantwoording over welke wijze waarop de collectie is verwerkt en nog door te voeren aanpassingen is op de website van Marhisdata terug te vinden onder Historie->Collecties->Kaaphoornvaarders.
Maritiem Museum Rotterdam
Voor de volledigheid moet hier worden vermeld dat het uitgebreide en goed verzorgde scheepsdocumentatiesysteem van Koen Suyk jr. in zijn geheel is overgebracht naar het Maritiem Museum Rotterdam. Er is veel toegevoegd aan de collectie van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders maar niet alles. Het zou mooi zijn deze vergelijking in overleg met het MMR te gaan uitvoeren en toe te voegen zodat alle gegevens beschikbaar komen.
Door dit samenwerkingsverband tussen drie stichtingen is een mooie collectie ontsloten en daarmee toegankelijk gemaakt voor iedereen die geïnteresseerd is in de maritieme geschiedenis. Vermeld moet worden dat we voor vragen over specifieke afbeeldingen geholpen worden door de twee grote kenners van de (negentiende-eeuwse) zeilvaart: Ron van de Bos en Jan Klootwijk.
Biografie
Ap Bouman (Delft 1962) is sinds 2005 als bestuurslid betrokken bij de Stichting Maritieme Historische Databank, kortweg Marhisdata, en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de opzet van de website en de databasestructuur. Daarnaast is hij geïnteresseerd in de geschiedenis van de Nederlandse koopvaardij van de negentiende eeuw en het ontsluiten van gegevens over deze periode door archiefonderzoek en het toegankelijk maken hiervan. Hij werkt als controller bij een bekende luchtvaartmaatschappij in Nederland.