Op 7 november 2025 vond het negentiende symposium van het Maritiem Portal en Nieuwe Maritieme Geschiedenis van Nederland (NMGN) plaats in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Vanuit het Marinemuseum in Den Helder heette voorzitter Anita van Dissel (Universiteit Leiden) alle aanwezigen welkom.
In de nieuwjaarsrede van directeur E.H. Larive in januari 1960 werd nog even teruggeblikt, maar vooral vooruitgekeken naar de vlootontwikkelingen. In het vorige deel maakten we al het einde van het legendarische ms Ondina mee. Dit schip zou echter in april 1961 worden opgevolgd door ss Ondina van 48.000 BRT. Ook werd afscheid genomen van ms Coryda (1938), Etrema (1936),Macoma (1936), Omala (1938),Ovula (1938),Perna (1935) en ss Julieta (1924) en Rosaura (1937), terwijl er zes schepen werden opgelegd. Het ms Antonia (1938) en ss Rita (1935) werden onder Britse vlag gebracht. Er werden twee nieuwe schepen toegevoegd, namelijk ss Arca en ms Acmea. Daarnaast werden drie tankschepen van Londen in sub-demise charter genomen te weten ms Diloma (1939) en ms Navicella (1944) en Neverita (1944) van 12.000 BRT. Ook werden er nog twee 18.000 BRT tankers in de vaart genomen namelijk ss Atys en ms Acteon. Een maat groter waren ss Viana en Videna van 33.000 BRT en ss Zafra en Zaria van 39.000 BRT, die ook in de vaart kwamen. Op 1 januari verdween ook de naam La Corona en werden alle schepen onder Shell Tankers N.V. gebracht.
Tekening van een kogge in het Digestum Vetus (SAK, inv. 1, nr. 8, fol. 8).
Koopman en schipper kregen in de late middeleeuwen met diverse obstakels te maken: reizen was traag, informatie vaak onvolledig en gevaar lag altijd op de loer. Toch bleef handel over het geheel genomen plaatsvinden, het belang ervan nam zelfs toe. Hoe kan dit?[1]
De volle zaal met uitzicht over de Lemster baai. Foto Jelle Jan Koopmans.
Op zaterdag 12 april 2025 vond het jaarlijks symposium van de Wurkgroep Martime Skiednis van de Fryske Akademy plaats in het Woudagemaal bij Lemmer. Onderwerp was de watersnood van 1825 waarbij driekwart van de provincie Friesland onder water kwam te staan. De zaal met een prachtig uitzicht over de baai van Lemmer was met 69 betalende bezoekers volledig uitverkocht. Het symposium werd geopend door Hanno Brand en Hester Postma en werd mede mogelijk gemaakt door de Fryske Akademy, Tresoar, het Fries Scheepvaart Museum, Stichting de Grote Zuidwesthoek, de Kingmastichting en Kuiper Verzekeringen.
CNOOKS, Club van Nederlandse Oud Gezagvoerders en Oud Hoofdwerktuigkundigen der Koninklijke/Shell
Al jaren wordt er onderzoek gedaan naar de maritieme geschiedenis van Nederland. Mijn interesse gaat uit naar de periode na de Tweede Wereldoorlog, mede omdat we nu nog gebruik kunnen maken van enkele ooggetuigen. Als zoon van een hoofdwerktuigkundige en superintendent van de Rotterdamse rederij Shell Tankers, zelf ook in dienst geweest te zijn geweest als scheepswerktuigkundige van deze rederij en sedert 10 jaar voorzitter van CNOOKS, Club van Nederlandse Oud Gezagvoerders en Oud Hoofdwerktuigkundigen der Koninklijke/Shell, richt ik mij op de ontwikkeling van de Rotterdamse rederij Shell Tankers in de naoorlogse jaren. De tijdvakken die ik zal beschrijven zijn: ‘De naoorlogse jaren van 1945 tot 1953’; ‘Wederopbouw 1953-1960’; ‘Verdere uitbreiding van de vloot 1960-1970’; ‘Oliecrisis en afslanking 1970-1980’ en ‘Het eind komt in zicht 1980-1997’. Graag doe ik hierbij dan ook een dringende oproep aan met name van het Maritiem Museum Rotterdam om de verhalen van de naoorlogse zeevarenden op te tekenen en te documenteren en dit idee toe te voegen aan de lijst van stageonderwerpen. Tevens nodig ik hierbij met name andere verenigingen van rederijen uit om met mij mee te denken over de uitwerking van dit project. Wellicht kunnen we aansluiten bij andere oral history-projecten? Als u behulpzaam wilt zijn bij de uitwerking van deze oproep, neem dan svp even mij contact op. Laat de waardevolle verhalen van naoorlogse opvarenden niet verloren gaan!
Op 1 november 2024 vond het zeventiende symposium van het Maritiem Portal (MP) en de Nieuwe Maritieme Geschiedenis van Nederland (NMGN) plaats in de Max Nettlauzaal van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam. Hoewel het misschien niet meteen duidelijk is, staat het IISG op een locatie met een rijke maritieme geschiedenis. Het gebouw aan de Cruquiuskade, ooit een cacaopakhuis, en daarmee een plek waar veel schepen werden gelost. Deze historie gaf de bijeenkomst een extra maritieme dimensie, die perfect aansloot bij het thema Zeevarenden en hun thuisbasis.
Hugo ter Avest en het schilderij van ‘de Stad en Lande’. (Foto Jelle Jan Koopmans)
Op zaterdag 3 februari 2024 vond het jaarlijks symposium van de Wurkgroep Martime Skiednis plaats in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek. Het thema dit jaar was ‘Friezen in de admiraliteiten van de Republiek in de Vroegmoderne Tijd’. Voorzitter Peter Tolsma opende het symposium met een verwijzing naar het boek Verzwegen Zeeheld Jacob Benckes van oud bestuurslid Jan de Vries. De belangrijkste vraag van het symposium was: hoe kan het dat er zoveel Friezen actief waren in de admiraliteit en wie waren dat?