Weinig zaken doen de harten van historici sneller kloppen dan een grote verzameling documenten die al enkele eeuwen liggen te verstoffen in een archief. In het Dutch Prize Papers project ontsluit het Huygens ING de geheimen van ruim tweeënhalve eeuw aan door de Britse kaapvaarders buitgemaakte papieren. Senior onderzoeker Jelle van Lottum vertelde hier afgelopen weekend over in Trouw.
Pas in de vroege negentiende eeuw namen staten de taak van het vervoer van post op zich. Koopvaardijschepen speelden tot dan toe een essentiële rol in het vervoer van brieven en andere documenten over grote afstanden. Dit was niet zonder risico. In tijden van oorlog liepen schepen immers het gevaar om gekaapt te worden. Zoals veel andere Europese landen hield ook Groot Brittannië zich tussen 1652 en 1815 bezig met deze lucratieve wijze van oorlogsvoering. Naast scheepsladingen werden ook veel documenten buitgemaakt. Deze laatste dienden als bewijsvervoering bij het gerechtshof en verdwenen samen met de opgestelde verhoren van de bemanning in de archieven.
Ongeveer een kwart van de prize papers is afkomstig van Nederlandse schepen. Sinds de herontdekking hiervan in de jaren ’80 van de vorige eeuw is er langzaam meer aandacht gekomen voor deze circa duizend dozen aan documenten. Doordat alledaags briefverkeer uit deze periode zelden bewaard gebleven is, bieden de prize papers een uniek inzicht in het leven van de gewone mens aan boord en in de overzeese gebieden.
Voor het Prize Papers project van het Huygens ING werd een dwarsdoorsnede van 125 dozen (ca. 144.000 pagina’s aan tekst) gedigitaliseerd door medewerkers van The National Archives. Deze enorme hoeveelheid materiaal wordt in kaart gebracht. Binnenkort zal op de website van het Huygens ING een link worden geplaatst naar dit archief.