Op 7 februari 2020 is Erik de Lange aan de Universiteit Utrecht gepromoveerd op Gevaarlijk getij. Veiligheid, piraterij en imperialisme op de Middellandse Zee, 1815-1856.
De strijd tegen piraterij heeft het aangezicht van de Middellandse Zee ingrijpend veranderd. Aan het begin van de negentiende eeuw, toen in 1815 de Napoleontische oorlogen net voorbij waren, werd zeeroof op mediterrane wateren voor het eerst beschouwd en bestreden als een internationale veiligheidsdreiging die door gezamenlijk optreden onderdrukt moest worden.
Zeeroversgevaar
Europeanen van allerlei beroepsgroepen, naties en politieke overtuigingen begonnen daarmee te werken aan een grootscheepse omvorming van de Middellandse Zee. Dat grote, golvende wateroppervlak moest verworden tot een ruimte van veiligheid, waar transport, commercie en reizen vredig plaats konden vinden, ongehinderd door enig zeeroversgevaar.
Veiligheidsdenken en militaire inmenging
Het bereiken van dit doel moest, op zijn beurt, een hele reeks repressieve maatregelen rechtvaardigen, van bombardementen en diplomatieke intimidatie tot imperiale oorlogsvoering en koloniale overheersing. Samenhang tussen veiligheidsdenken en militaire inmenging kreeg in deze periode vorm. De bestrijding van piraterij heeft geleid tot ingrijpende historische gebeurtenissen die de politieke kaart van de Middellandse Zee compleet hebben omgevormd.
Europese samenwerking
De internationale betrekkingen van de negentiende eeuw werden dus veel meer gekenmerkt door ideeën over collectieve veiligheid en samenwerking dan tot nu toe werd erkend. De repressie van piraterij was een doel dat Europese mogendheden samen ondernamen. Dit toont aan dat we ook de geschiedenis van imperialisme in de negentiende eeuw veel meer in termen van Europese samenwerking moeten beschouwen en begrijpen.