De Noordoostpolder herbergt meer sporen van zijn eigen middeleeuwse verleden dan altijd is gedacht. Volgens maritiem archeoloog Yftinus van Popta zijn veel restanten van nederzettingen die in de Zuiderzee verdwenen en later werden gevonden in de akkers van de ingepolderde Noordoostpolder, onterecht aangezien voor onder andere scheepsafval. Van Popta brengt met zijn promotieonderzoek voor het eerst de ontwikkeling van het Noordoostpoldergebied tijdens de late middeleeuwen in kaart.
Van Popta reconstrueerde voor zijn promotie het landschap en de bewoning in het noordoostelijke deel van de Zuiderzee (de huidige Noordoostpolder) tussen circa 1100 en 1400. Terwijl Urk en Schokland zich met moeite wisten te verdedigen tegen het water, verdwenen andere nederzettingen in de zee. Tot voor kort was er weinig over dit gebied bekend, behalve dan dat het uiteindelijk Zuiderzee zou worden. De focus lag voorheen vooral op scheepswrakken. Van Popta promoveert op 29 oktober 2020 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Meer informatie