Tentoonstelling in Batavialand en nieuwe opgraving Waterschip in Flevoland


Op de werf bouwt Batavialand aan een zogeheten Waterschip. Dit schip wordt zo precies mogelijk gereconstrueerd op basis van gegevens uit archeologische vondsten. Het Waterschip zal een reconstructie op ware grootte zijn van een in 1978 opgegraven wrak (ZM22) uit de zestiende eeuw. In de nieuwe tentoonstelling (4 juli – 31 december 2022) op de museumlocatie leer je meer over het wrak en hoe archeologie en historische scheepsbouw samen de geschiedenis reconstrueren.

De originele onderdelen die je terugziet in de tentoonstelling zijn grondig onderzocht door archeologen. Zo konden onder andere de vuurkist, de blokken en de spil van het schip worden gereconstrueerd. Ook de bevestigingsmiddelen zoals nagels en krammen worden op dezelfde manier gemaakt zoals vroeger.

Een bijzondere tentoonstelling waar archeologie en historische scheepsbouw samenkomen. Sommige gereconstrueerde onderdelen zijn zelfs uit te proberen. Zo ontdek je bijvoorbeeld wat een spil is en hoe deze werkt. De tentoonstelling is vanaf 4 juli 2022 in het museum van Batavialand te zien.

De opening van de tentoonstelling is tevens de aftrap van de veldschool, waar studenten een overnaads zestiende-eeuws waterschip soortgelijk aan de ZM22 gaan opgraven. Dit schip wordt opgegraven in het Hulkesteinse Bos bij Zeewolde. Het wrak is ongeveer zestien meter lang en zo’n 500 jaar oud. Meer informatie







Maritiem archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed graven het wrak van een zogenoemd waterschip op in het Hulkesteinse Bos bij Zeewolde. Dat doen ze in samenwerking met Batavialand en studenten archeologie. Het wrak is ongeveer zestien meter lang en zo’n 500 jaar oud.

Het waterschip dat wordt opgegraven was een veelvoorkomend type in de vroege zestiende eeuw. Dit schip was de voorloper van de botter, de bekendere boot waarmee werd gevist op de Zuiderzee. Het waterschip werd ook gebruikt om mee te vissen. In een bepaalde hoek van het schip stond permanent water, vertelt maritiem archeoloog Wouter Waldus. “Daarin kon de vis levend worden vervoerd naar de markt.” In het schip waren ook gaten geboord waardoor het water in en uit deze zogenoemde bun kon stromen.

De archeologen hebben de helft van het schip blootgelegd. De voorkant van het wrak ligt nog onder een zeil. In de komende jaren wordt steeds een nieuw deel van het schip opgegraven en onderzocht door de studenten. De resten van het wrak kunnen niet bewaard worden. Het waterschip wordt uitgetekend, maar uiteindelijk zal het hout verdrogen en vergaan.