Blog: ICMM 2024. De internationale maritieme musea streken neer in de Lage Landen

Omslag programmaboek ICMM 2024.

Het International Congress of Maritime Museums (ICMM), zeg maar de internationale vereniging van maritieme musea, bestaat al sinds 1972. Het is het enige internationale netwerk van maritieme musea, verenigingen en individuen die zich toeleggen op maritiem erfgoed. Sinds het begin worden er internationale congressen georganiseerd, eerst iedere drie jaar, maar vanaf 2007 elke twee jaar. Het congres van 2021 werd een jaar uitgesteld vanwege de COVID-pandemie.

Nadat in 1987 het zesde congres in Amsterdam en Rotterdam plaatsvond, vormden van 15-21 september 2024 de Lage Landen wederom de plaats waar het congres zich afspeelde.

Vertegenwoordigers van 130 maritieme musea, in totaal 210 deelnemers uit ongeveer 70 landen en regio’s, kwamen naar onze windstreken en kregen daar een flitsend programma van 130 presentaties door 150 sprekers op vier verschillende locaties in Nederland en België. Het ICMM is vooral een organisatie van maritieme musea in Europa en Noord-Amerika. Vertegenwoordigers uit Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Oceanië waren ver in de minderheid.

Organisatoren Sanne Bosselaar en Karen Meirik worden bedankt door ICMM president Kristen Greenaway. Foto Bert Boer, 20 september 2024.

Het begon allemaal op zondag 15 september toen alle deelnemers arriveerden in Rotterdam voor een pre congresprogramma bij het Maritiem Museum. Eerst was er een vaartocht door de Rotterdamse haven en daarna een gezellig samenzijn in de onderhoudswerkplaatsen van het museum. Hier zochten oude bekenden elkaar alweer op en werden ook nieuwe vriendschappen gesloten. Hoewel er enkele ‘oude rotten’ waren die meerdere, soms al meer dan tien congressen hadden meegemaakt, was het opvallend dat er ook heel veel nieuwe en jonge deelnemers waren die het ICMM congres voor de eerste keer meemaakten. Omdat het congres op vier verschillende locaties plaatsvond (Rotterdam, Enkhuizen, Amsterdam, Antwerpen) was het een enorme logistieke operatie om alle deelnemers hier te krijgen. Hulde dus aan de congresorganisatie voor deze enorme tour de force! 

De eerste echte congresdag was op maandag 16 september. Elke dag had een thema gekregen, voor deze eerste dag was dat ‘Blue Ocean and the Marine Environment’. Directeur Bert Boer van het Maritiem Museum sprak een welkomstwoord namens de organiserende musea. Hij gaf aan dat hij twee jaar daarvoor op het congres in Halifax geïnspireerd was geraakt om hier met de congresorganisatie een goed programma neer te zetten. Vervolgens sprak Kristen Greenaway, voorzitter van de ICMM en president van Chesapeake Bay Maritime Museum, USA. Zij riep op tot het sluiten van vriendschappen en partnerschappen in deze tijden van klimaatveranderingen, verduurzaming van de maritieme industrie en oorlogen. De ICMM heeft des te meer een taak om maritiem cultureel erfgoed te beschermen: ‘we came in different ships, but we are all on the same boat’.

Hierna volgde de eerste keynote lezing, die werd verzorgd door Helen Czerski, natuurkundige en oceanograaf, en universitair hoofddocent aan University College London. Haar verhaal was getiteld ‘Blue Machine: Seeing Ourselves as Citizens of an Ocean World’. Zij gaf aan dat er veel gesproken wordt over schepen, mensen, vissen, maar weinig over de oceaan, die over het hoofd wordt gezien. Op een wereldkaart is goed te zien dat de oceanen allemaal met elkaar verbonden zijn. De oceaan is volgens Czerski een ‘3D-engine’ met verschillende verhalen die allemaal waar zijn. zo is de oceaan gestructureerd, dat wil zeggen ze bestaat uit lagen met verschillende temperaturen, in elke laag leven andere diersoorten. De oceaan is ook dynamisch. Ze legde uit dat door de Humboldt golfstroom bepaalde vissen op zoek naar plankton naar bepaalde gebieden worden gedreven. Daar eten vogels ze op en de guano die ze produceerden, werd als mest naar Engeland vervoerd. De oceanen hebben te maken met drie elementen: messengers (zonlicht), passengers (micro-organismen) en voyagers (schepen). Ze sloot af met een citaat van een astronaut, die voor het eerst de wereld vanaf een afstand zag: ‘we are ocean’.

Hierna waren er enkele plenaire en simultaan breakout sessies. Abstracts van alle presentaties gedurende de week zijn te vinden op de website van de ICMM.

Groepsfoto ICMM 2024 bij de Balder bij het MMR. Foto Mirjam Lems, 16 september 2024.

Na het inhoudelijke programma werd een groepsfoto gemaakt van alle deelnemers op en voor de ‘Balder’, de haringlogger die voor deze gelegenheid van Vlaardingen naar Rotterdam was gekomen. Hierbij werd gerefereerd naar het congres in 1987 toen de ‘Balder’ nog deel uitmaakte van de museumvloot van Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Ook toen werd een groepsfoto gemaakt met dit historische schip op de achtergrond.

Receptie stadhuis Rotterdam-wethouder Said Kasmi en ICMM president Kristen Greenaway. Foto Ron Brand, 16 september 2024.

De dag sloot af met een wandeling naar en receptie op het Rotterdamse stadhuis

De tweede congresdag was op dinsdag 17 september en het thema was ‘Museum Ships and Maritime Heritage’. De keynote lezing werd verzorgd door Natasha Brown van IMO, de International Maritime Organization. Zij hield een pleidooi voor ‘safe, secure and sustainable shipping’. Dat is de missie van IMO, een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties. De IMO houdt zich bezig met allerlei maritieme regelgeving, zoals COLREG, SOLAS en MARPOL. IMO is ook betrokken bij de ‘International Day for Women in Maritime Day’ (18 mei) en de ‘Day of the Seafarer’ (25 juni).

Ook nu waren er gedurende de dag verschillende plenaire en simultaan breakout sessies. Daarnaast vonden er onder het mom van ‘Tide Talks’ korte presentaties plaats over tal van onderwerpen.

Tot slot sprak directeur Anne Kremers, directeur van het nieuwe FENIX Museum, dat in het voorjaar van 2025 opent in Rotterdam. Het museum vertelt verhalen van migratie, vertrek en aankomst, in een oude loods, die ooit de grootste van de wereld was. Hiervoor worden kunstwerken gebruikt, maar ook een installatie van zo’n 2.000 koffers, ieder met een eigen migratieverhaal. Het museum zal ook een platform bieden aan tal van gemeenschappen, subculturen voor evenementen en discussie.

Het avondprogramma vond plaats op Katendrecht in Kantine Walhalla, waar een mosselmaaltijd was georganiseerd. Vervolgens gingen de benen van de vloer bij de opzwepende muziek van het trio De Flamingo’s. De sfeer zat er goed in! Hiermee kwam het programma in Rotterdam ten einde, maar de basis voor een succesvol congres was stevig gelegd.

Maaltijd in het Zuiderzeemuseum, Enkhuizen. Foto Bert Boer, 18 september 2024.

De derde congresdag was op woensdag 18 september en het thema was ‘Maritime Crafts and Skills in Museums’. Dat vond plaats in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, maar eerst moesten de deelnemers nog met bussen daar naartoe worden gebracht. Aan het einde van de ochtend kwamen ze aan en konden gelijk mee met een boottocht, waarna de lunch werd genoten.

Hangend scheepsmodel Zuiderzeemuseum, Enkhuizen. Foto Bert Boer, 18 september 2024.

Het middagprogramma bestond ook nu uit verschillende presentaties, maar daarnaast ook demonstraties van maritieme ambachten. Deelnemers konden zelf in teams ook aan de slag om te proberen op kleine schaal een dijkdoorbraak te voorkomen. Na de bezichtiging van het Binnen- en Buitenmuseum was er een afsluitende borrel en diner, waarna de deelnemers vertrokken naar Amsterdam.

De vierde congresdag op donderdag 19 september was de eerste van twee in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en had als thema ‘People and the Sea’. Wayne Modest, inhoudelijk directeur van het Nationaal Museum van Wereldculturen en professor aan de Vrije Universiteit van Amsterdam verzorgde de keynote lezing, die was getiteld ‘The Sea is History: Memory-making in and through the Maritime Archive’. Modest ging in op de oceaan en het museum als twee plekken, als twee archieven van koloniale herinnering. Hiervoor putte hij uit het werk van Caribische denkers zoals Derek Walcott en Kamau Brathwaite. Voor hen is de oceaan een ruimte van herinnering. Het is een begraafplaats voor degenen die overboord werden gegooid en verdronken, tijdens en in de nasleep van de trans-Atlantische slavenhandel. Hij haalde het gedicht ‘Limbo’ aan van Kamau Brathwaite, waarbij de limbodans herinnert aan de ervaringen van de slaven tussen de dekken in krappe scheepsruimtes, maar ook aan de herinneringen van Afrika. Het museum is op dezelfde manier beschreven als een plek van koloniale herinnering, maar ook als een plek van vergeten; musea worden steeds vaker bekritiseerd als archieven van dood en jacht. Modest wilde deze verschillende archieven samenbrengen. Welke verhalen kunnen we vertellen over en door oceanen? Misschien zijn Caribische en zwarte feministische opvattingen over de oceaan als archief een manier om dekoloniale benaderingen van de geschiedenis naar de maritieme musea te brengen, terwijl zij een ​​ideale plek kan blijken te zijn om overwegend aardse benaderingen van het koloniale geheugen te heroriënteren.

De organiserende museumdirecteuren Bert Boer (MMR), Lies Buyse (MAS), Stephan Warnik (ZZM), Michael Huijser (HSM). Foto Bert Boer, 19 september 2024.

Vervolgens sprak Michael Huijser, directeur van Het Scheepvaartmuseum over het betrouwbare en oprechte museum. Hij pleitte ervoor musea niet meer af te rekenen op kwantitatieve gegevens, zoals bezoekcijfers en blockbusters. De huidige sociale en politieke stormen en onrust bereiken ook onze musea en vreemd genoeg biedt dit ook nieuwe kansen. Meer eigen onderzoek naar de eigen collectie kan helpen om maatschappelijke vragen te omarmen en zo toegevoegde waarde te bieden. Een oprecht museum omarmt twijfel en durf vragen te stellen, is onderdeel van een sociaal geheel met zijn eigen agenda, is betrouwbaar en toont authentieke voorwerpen, biedt ruimte voor symbolische en emotionele waarden. Daarbij hoeft niet elk onderwerp ook relevant te zijn voor de toekomst. Thema’s die vervolgens aan bod kwamen tijdens de plenaire en parallelsessies waren onder meer diversiteit, maritieme vrouwen en  dekolonisatie.

Het Scheepvaartmuseum bij avond. Foto Bert Boer, 20 september 2024.

Tijdens de lunch en aan het einde van het programma kon de tentoonstelling ‘Food for Thought’ worden bekeken, evenals een preview van ‘Schaduwen op de Atlantische Oceaan’. Tussendoor was er nog een panelsessie over bootvluchtelingen en hoe enkele maritieme musea dit onderwerp opgenomen hebben in hun collecties. Ook nu was ruimte gemaakt voor een serie van korte presentaties over een variëteit aan maritieme onderwerpen. In tegenstelling tot eerder in Rotterdam posteerden de congresdeelnemers zich hierna op de steiger naast het museumgebouw en werden zij door de fotograaf vanaf de replica van het VOC-schip ‘Amsterdam’ op de gevoelige plaat vastgelegd. ’s Avonds was er nog een publieke lezing over ‘The maritime refugee experience in modern art’, waarbij kunstenares Yara Said en striptekenaar Peter van Dongen met elkaar in discussie gingen.

De vijfde dag op vrijdag 20 september had als thema ‘The Maritime Museum as Activist?’ meegekregen. De keynote lezing werd deze ochtend verzorgd door Medea Sógor Ekner, algemeen directeur van de International Council of Museums (ICOM). In haar presentatie ging ze in op de aanpak van ICOM om vooruitgang te boeken en wereldwijde uitdagingen binnen de museumgemeenschap aan te pakken. Ze sprak over de rol die maritieme musea kunnen spelen als katalysator voor verandering. Ze benadrukte het transformatieve potentieel dat we binnen onze musea hebben om het denken binnen zowel onze lokale als internationale gemeenschappen te benadrukken en te veranderen. Een aantal plenaire sessies daarna was gewijd aan duurzaamheid van cultureel erfgoed en musea in oorlogstijd. Afsluitend was er nog de algemene vergadering van de ICMM. Na een vrije middag was er tot slot een galadiner met muziek op het open plein van Het Scheepvaartmuseum.

Havenkranen in Antwerpen. Foto Bert Boer, 21 september 2024.

Helemaal afgelopen was het congres nog niet, want op de zesde dag, zaterdag 21 september, reisden de congresdeelnemers per touringcar zuidwaarts naar Antwerpen voor de post congress tour, waar ze werden getrakteerd op Vlaamse gastvrijheid. Tegen de middag kregen ze een lunch aangeboden in het MAS (Museum aan de Stroom), waarna rondleidingen werden verzorgd over de  tentoonstellingen ‘Naar Antarctica’ en ‘Vracht’. Ook konden in de omgeving van het MAS enkele havenkranen worden beklommen. En tevens kon het nabij gelegen Red Star Line Museum worden bezocht. Een bezoek aan een Belgische bierbrouwerij mocht natuurlijk niet ontbreken, maar daarna was het programma dan echt ten einde en keerden de deelnemers moe, maar voldaan huiswaarts.

Concluderend kan worden gezegd dat het ICMM congres in de Lage Landen een groot succes was. Door de vele korte presentaties kwamen veel onderwerpen aan bod. Zelf kreeg ik regelmatig de indruk dat problemen, die in de lezingen werden besproken, aan deze kant van de wereld eigenlijk helemaal niet zoveel verschillen als kwesties die elders aan de orde zijn. Binnen dit internationale maritieme netwerk is veel kennis aanwezig op gebieden als het conserveren van historische schepen, digitalisering van maritieme collecties, en nieuwe wegen binnen de maritiem-historische wereld. Hopelijk weten de deelnemers elkaar ook de komende tijd te vinden om zo te komen tot een vruchtbare samenwerking. En anders is er natuurlijk het volgende congres om naar uit te kijken. Dat zal plaatsvinden in 2026 in Sydney, Australië. En ook de locatie voor 2028 is al bepaald: Estland. Meer informatie, onder andere samenvattingen van de presentaties, is te vinden op de website van het ICMM.

Biografie

Ron Brand is conservator bij het Maritiem Museum Rotterdam.