Blog: Venster op de haven: 100 jaar Spido

Venster op de haven: 100 jaar Spido,
Maritiem Museum
(foto: Theo de Man)

Op woensdag 4 september 2019 werd het nieuwste schip van de Rotterdamse rederij Spido gedoopt. Onder grote belangstelling verrichtte de kleindochter van directeur Leo Blok de doop en maakte de naam van het schip bekend: Prinses Amalia. En hoe kan het ook anders bij een rederij die sinds 5 juli het predicaat Koninklijk mag voeren.
De doop van het schip past in een reeks van feestelijkheden die Spido dit jaar organiseert in het kader van het honderdjarig bestaan. Ter ere van het jubileum is ook een tentoonstelling geopend in het Maritiem Museum: Venster op de haven, 100 jaar Spido – nog te zien tot en met 31 augustus 2020.

Hoe Spido begon

De oprichter van Spido was de bekende havenondernemer Daniel George van Beuningen (1877-1955). Hij zag hoe de drukte in de Rotterdamse haven terugkeerde na de Eerste Wereldoorlog en besloot dat de tijd rijp was voor een ‘tramlijn te water’. Vanaf een eenvoudige trap aan de monding van de Leuvehaven, vlakbij de plek waar nu het Maritiem Museum is gevestigd, werden zeelieden en havenarbeiders vanaf 24 januari 1919 op gezette tijden naar de schepen gebracht die in de havens of ‘op stroom lagen’. Al snel bleek Van Beuningen een gat in de markt gevonden te hebben. Een bont gezelschap van zeelieden, havenarbeiders, telegrambezorgers en handelaars werden af en aangevoerd. Ook ’s nachts konden zij gebruik maken van Spido-schepen, die als watertaxi fungeerden. Bemanningsleden moesten een groene lantaarn verlichten, zodat de Spido-kapiteins wisten dat een afhaalboot gewenst was. Voor een dergelijk tochtje betaalden passagiers tussen de 50 en 75 cent. In de begintijd bestond het nachtpubliek overigens voornamelijk uit dronken zeelieden en prostituees.

Een foto uit de begintijd van Spido ca. 1920
(Collectie Spido)

Massatoerisme

Naast de vervoersdienst richtte Spido zich ook op het verhuur van schepen voor chique gezelschappen en met de komst van vliegveld Waalhaven in 1922 deed het massatoerisme zijn intrede. Door de vaste verbinding die Spido met het vliegveld onderhield maakten vele nieuwsgierige dagjesmensen kennis met het vliegveld én de Rotterdamse haven. In totaal konden de Spido-schepen zo’n 800 passagiers tegelijk vervoeren. Deze capaciteit kon op topdagen nog worden uitgebreid door vier reserve-schepen. Op 18 juni 1932 vervoerde Spido een recordaantal van 20.000 mensen toen de eerste zeppelin, de Graf Zeppelin op Waalhaven landde.

De geschiedenis van Spido is er een van een bedrijf dat zich steeds weer wist aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Mooie anekdotes genoeg, maar hoe maak je daar een tentoonstelling van?

De tentoonstelling: Een venster op de haven

Bij het samenstellen van de tentoonstelling bleek al snel dat de rode draad van het verhaal gevormd werd door de veranderende haven van Rotterdam. Spido heeft sinds zijn oprichting miljoenen mensen een venster op die haven geboden. Bezoekers kijken in de expositie letterlijk door een venster en beleven hoe walmende havenkommen vol hardwerkende mannen veranderden in een uitgestrekt gebied met volledig onbemande terminals. De expositie is opgedeeld in een aantal tijdvakken waarbij steeds bewegend beeld van de haven centraal staat. Scheepsmodellen en schilderijen uit de rijke collectie van het Maritiem Museum kleuren het beeld van de Rotterdamse haven per periode verder in.

Daarnaast zijn objecten van Spido te zien, zoals scheepsmodellen, servies en een prachtige collectie drukwerk bestaande uit toeristische brochures en affiches.

Enkele objecten uit de tentoonstelling (foto: Theo de Man)

Persoonlijke verhalen en nostalgie

Dwalend door de tijd ontmoet het publiek ook een aantal bijzondere personages. Zo is het verhaal opgetekend van Selma Drooglever, die jarenlang naast de loopplank van Spido stond om foto’s te maken van de mensen die aan boord gingen. Zij trad in de voetsporen van haar moeder en grootouders die indertijd de eersten waren die dit soort foto’s maakten. Selma fotografeerde duizenden mensen, waaronder heel wat beroemdheden, zoals verschillende leden van het koninklijk huis.

Een aantal van de loopplank-foto’s is in de expositie te zien, naast de nagebouwde loopplank die het hart van de tentoonstelling vormt. De foto’s roepen bij veel bezoekers gevoelens van herkenning op. Nostalgie, die nog eens versterkt wordt door meubels en kleding uit de jaren vijftig, zestig en zeventig.

Een impressie van de loopplankfoto’s van Selma Drooglever en haar familie (foto: Theo de Man)

De toekomst

Maar de tentoonstelling gaat niet alleen over het verleden, maar ook over de toekomst. De Rotterdamse haven maakt een periode van grote verandering door. De energietransitie en moderne technologie zullen het beeld van de haven steeds verder veranderen. Spido verandert mee. En dat brengt ons weer bij de Prinses Amalia. Het schip heeft het uiterlijk van een superjacht maar is ook voorzien van zonnepanelen, verlichting met Led-lampen en de restwarmte van de motoren wordt gebruikt voor warm water aan boord. In de tentoonstelling Venster op de haven kunnen bezoekers de bouw van het schip volgen door middel van een timelapse film

Annette de Wit, conservator Maritiem Museum Rotterdam