Het was maandagavond 1 augustus 2022, na een lange warme kantoordag. Thuis werd door mij de maaltijd gekookt, rustig aan, een half oog op de smartphone. Ik wist niet dat de zo rustige week zou veranderen in een turbulent perscircus. ‘Ploiiink’…appje van bevriende duiker Ernst Jongejan….een verhaal met mooie foto van een houten beeld met overduidelijk een kop van een manspersoon. Nog geen 10 minuten later ‘Ploiink’ weer een appje van RCE maritiem archeoloog Johan Opdebeeck die zich zorgen maakte of ik dit beeld al gezien had. App terug: ’Check’.
Archeologie West Friesland
Waarom?: onze archeologische dienst Archeologie West Friesland (AWF) is verantwoordelijk voor de waterbodem van de gemeenten Hollands Kroon en Texel, die samen 80% van de Westelijke Waddenzee beslaan. In de Waddenzee wordt intensief gevist ook al liggen er talloze scheepswrakken. In de afgelopen decennia is onvoorstelbaar veel scheepshout en lading opgevist. Als beleidsverantwoordelijk archeoloog namens het Bevoegd Gezag houd ik mij ook bezig met de vondstmeldingen van alles wat wordt opgevist en gemeld, maar ook wat de Texelse hulpstrandvonders waarnemen aan de Noordzeekust. Hiervoor moet je snel kunnen schakelen als dat nodig is…en het was nodig.
Tsjonge, dit was toch wel een knap stukje beeldhouwwerk….de moeite waard…maar moeten we er wat mee en wie heeft het gevonden en waar is het nu? Twitter bood uitkomst…het aanvankelijke bericht was verstuurd door Victor, een visserman uit Den Oever aan boord van de garnalenkotter WR22. Wieringen is een dorp, iedereen kent elkaar…. Een van de collega’s van AWF Joost Lubbers heeft wortels op het eiland en zocht direct uit waar ik de bemanning kon vinden…dat ging snel…maar wat de volgende stap? Inmiddels werd duidelijk dat het beeld in Texelse wateren was gevonden… Opnieuw ‘Ploiink’ Marian Veerlaag de voorlichtster van het Westfries Museum in Hoorn meldt dat zij de grootste krant van Nederland De Telegraaf aan de lijn had en of ik meer wist…nou nee…maar het is erfgoed, dus stuur maar door…
Protocol
Ondertussen had ik conform protocol de Texelse burgemeester Michiel Uitdehaag en ook de kersverse wethouder archeologie Lilian Peters van Hollands Kroon ingelicht dat er iets bijzonders was gevonden en we ‘er bovenop zaten’. Whatsapp is een geweldig middel. Gelijktijdig stroomden de appjes binnen en ik ging later op de avond toch maar even te rade bij studievriend en collega Jeroen ter Brugge, hoofd Maritieme Collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij vond het ook een mooi beeld…met een gekke baard en een wonderlijke muts…leek wel een beetje op een Frygische muts uit de oudheid.
Grote belangstelling in de media
De volgende ochtend 2 augustus had de Telegraaf had het nieuws gebracht…. en het journaille had mijn telefoonnummer gevonden. Met hulp van echtgenote Linda, van huis uit klassiek archeoloog, werd ik ondertussen bijgepraat over de Anatolische stam der Frygiërs en hun symbolische betekenis in de oudheid, de Tachtigjarige Oorlog en de Franse Revolutie. De journalisten belden de hele dag door van SBS6 tot de Schuttevaer, van het Noord-Hollands Dagblad tot het AD. Zo kwam het dat ik zonder het beeld zelf te hebben gezien of ook maar een idee te hebben waar het precies gevonden was toch de landelijke pers in veelvoud te woord moest staan. De kernvragen bleken steeds: is het bijzonder, wat is het waard en wat gaat er nu mee gebeuren? Tsja, dat was grotendeels ook voor mij een vraag.
De pers stortte zich ook op de vissers, maar ja die waren op de Waddenzee aan het vissen en zouden voorlopig niet aan land komen. Omdat ik het nummer had gekregen van de schipper van de WR22, kon ik met hem overleggen wat er ging gebeuren. Het kwam erop neer dat zodra zij binnen zouden lopen in de haven van Den Oever het beeld naar hun loods zou gaan en donker en koel onder water zou worden bewaard. Dat was prima. Ik begreep dat garnalenvissers in Nederland donderdag voor 12 u weer aan de kade moeten liggen, dus ook de WR22. Dat leek het uitgelezen moment om het beeld eens zelf te gaan bekijken.
Inmiddels kwamen ook de wat meer serieuze omroepen op de lijn. Aan het eind van de dag belde ook Studio Brussel en de VRT…we waren de landsgrens overgestoken. De uitsmijter was de vraag of ik ook vond dat het beeld wel erg veel op de Grote Smurf leek….allez allez…
Op bezoek
Met Astrid Zwaag, de beleidsambtenaar archeologie van Hollands Kroon, en de wethouder besloten we dat we maar met ons drieën het beeld moesten gaan bekijken. We beseften echter niet dat het nieuws dermate goed aansloeg dat de pers meer wilde. Om de zaak enigszins te coördineren meldden we in overleg met de vissers dat ‘Barry’, zoals het beeld door de vissers was genoemd, donderdag om 12 u zou afmeren in de visserijhaven van Den Oever.
Beeld dateren
Woensdag bracht even de tijd om de zaken op een rijtje te zetten. Omdat ik geen scheepsarcheoloog ben, ging ik te rade bij diverse collega’s en het bleek dat het stuk beeldhouwwerk vermoedelijk van een bekroning van het hek aan een van beide zijden van een groot schip vandaan kwam. Het was goed gaaf gebleven omdat het altijd onder het zand heeft gelegen. Na overleg met Martijn Manders de zojuist benoemde hoogleraar Maritieme Archeologie in Leiden konden we het beeld in elk geval in het eind van de zeventiende eeuw dateren. Vermoedelijk was het van grenenhout. Er was best enig kunsthistorisch, dendrochronologisch, pigment en CT-onderzoek mogelijk. Maar eerst zou het beeld gestabiliseerd en geconserveerd moeten worden zodat het niet achteruit zou gaan.
Vindplaats onduidelijk
De trek die de vissers met het sleepnet hadden gemaakt was 6 zeemijl lang, ongeveer 11 km. Nadat het net was neergelaten op de bodem Waddenzee waren ze tegen de stroming in gevaren en haalden pas aan het eind het net weer op. Het viel dus volstrekt niet te zeggen waar het beeld in het net terecht is gekomen.
Grote belangstelling bij binnenkomst WR22
De wethouder had ondertussen de havenmeester benaderd en wat boa’s achter de hand gehouden met de mededeling dat het best eens druk zou kunnen worden op donderdag 4 augustus als de WR22 aanmeerde.
Dat bleek…de volgende dag rond 12 uur was niet alleen het halve dorp en veel andere vissers naar de haven gekomen maar was ook een colonne aan landelijke, regionale en lokale omroepen, kranten en online diensten opgedraafd. Ik zag nu het beeld voor het eerst en het was eigenlijk veel kleiner dan het op de foto leek. Wel was er een karakteristieke kop. Omdat de filmploegen over elkaar heen buitelden en het over de reling aan boord komen best lastig was, besloot de voorlichter van Hollands Kroon samen met de vissers om de zaak te structureren. Alle filmploegen netjes naast elkaar op de kade en daar recht tegenover aan boord eerst de schipper, de wethouder in het midden en ik daar weer naast… met centraal Barry. Ik heb elf filmploegen geteld en nog veel meer journalisten te woord gestaan.
Naar Hilversum
Nadat iedereen de juiste beelden en interviews had verzameld, bleef de redactie-assistent van het nieuwsprogramma Op1 achter en vroeg of het beeld niet deze avond naar Hilversum kon komen en of ik mee kon?…Ehhh, nou nee…niet goed voor het hout en juist deze avond hielden wij in Hoorn, onze moedergemeente, een grote presentatie voor veel publiek van het recente archeologisch onderzoek hebben. Zodoende moest er een oplossing komen. Mijn goede collega Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum, was meteen bereid om naar Hilversum af te reizen, evenals Jeroen ter Brugge. Nu moest het beeld nog van Wieringen naar Hilversum….lastig…. Gelukkig bood collega Wytze Stellingwerf, onze specialist materiële cultuur en kenner van het Texels maritiem erfgoed, aan om zowel als koerier als panellid op te treden. De cultuurhistorie was zo drie man sterk vertegenwoordigd.
De vissers waren inmiddels wel klaar met het Barry. Zij waren uitvoerig poserend met het beeld op de foto gezet. De lading garnalen in de kotter moest ook nog worden gelost en zij wilden vooral na de lange dagen op zee naar huis en zeker niet naar Hilversum.
In de namiddag werd Barry uit het watervat gehaald, in een vochtige badhanddoek gewikkeld en naar Hilversum gereden. De uitzending was een groot succes. Het beeld werd uit de natte lappen gehaald en aan het hele Nederlandse publiek getoond. De drie kenners kwamen aan het woord en legden uit wat er nu was gevonden en hoe interessant het wel was. Zo kwam het maritiem erfgoed erg goed voor de dag, maar liefst 877.000 kijkers stonden die avond oog in oog met beeld Barry. Daarbij ook nog 250.000 hits op de Instagram van de NOS!
Museum Kaap Skil
Een dag later was Barry weer thuis in Den Oever. Omdat het beeld in Texelse wateren was opgevist, vond iedereen dat het ook naar een Texels museum zou moeten. Wrakkenmuseum Kaap Skil in Oudeschild lag het meest voor de hand. Het was echt hartje zomer en alle leidinggevenden waren op vakantie, we konden dus niet meteen verder. Maar goed zolang Barry onder water zou blijven kon er niks verkeerd gaan.
Leeuw-man?
Ondertussen nam ik de tijd om met de maritieme collega’s in Stockholm te spreken, zij bezitten de meeste scheepsornamenten vanwege de ideale bewaaromstandigheden in de Oostzee. Hier zonken vele Nederlandse en andere schepen. Geopperd werd dat het ook een leeuw-man kon zijn, onderzijde de muil van de leeuw, daarboven een mannelijk gezicht met manen. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. Inmiddels wordt met alle partijen gesproken wat er verder met het beeld moet gebeuren. In de week na de publiciteit hebben ook diverse wetenschappers zich gemeld voor specialistisch onderzoek. Hoe het allemaal uitpakt, zal in de komende maanden duidelijk worden. Barry blijft ondertussen een tekenend voorbeeld van het alom aanwezige maritiem erfgoed op de bodem van de Waddenzee en de grote publieke belangstelling hiervoor.
Biografie
Michiel Bartels, gemeentelijk archeoloog Texel/Hoorn/West-Friesland