Het schrijven van een biografie, zeker van iemand zo kleurrijk en innemend als ‘Lord Donderton’ ofwel Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888), is een feestje. Om verschillende redenen telde dat dubbel voor mij: ten eerste was ik al sinds de jaren 1980 bekend met deze historische marinefiguur door mijn werkzaamheden met de Marinemodellenkamer in het Rijksmuseum te Amsterdam. Die verzameling huist een schitterend koperen schaalmodel naar een duikbootontwerp uit 1837 van Anton Lipkens en Olke Uhlenbeck, en ook door de heren eigenhandig vervaardigd – het is vandaag in de vaste opstelling van het Rijksmuseum te bewonderen. Uhlenbeck had in Parijs zelfs een tochtje in een experimentele duikboot gemaakt, maar hij was vooral belangrijk als de eerste Nederlander die in een duikpak met koperen helm onder water ging, waarna hij de eerste generatie marineduikers opleidde. Over Uhlenbeck ging ook het verhaal dat hij de eerste Nederlander met caissonziekte zou zijn geweest. Was dat inderdaad zo? En zijn klinkende bijnaam Lord Donderton smeekte om toelichting. Kortom, ik was toen al meer dan nieuwsgierig, maar mijn werk riep me van hem weg en in later jaren kwam het er niet meer van om mijn tanden in hem te zetten.
Ontmoeting met nazaat
In diezelfde tijd maakte ik kennis met Uhlenbecks achterachterkleinzoon met dezelfde naam, Ok Uhlenbeck. Door Oks werkzaamheden als vrijwilliger bij het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in Den Haag zouden wij elkaar in de daaropvolgende decennia met regelmaat tegenkomen. Hoewel we het nooit hardop zeiden, wisten we van elkaar dat wij alle twee verlangden naar een biografie van zijn illustere voorvader.
Interesse van Koninklijke Marine
Intussen groeide ook in een andere hoek de belangstelling voor de historische Olke Uhlenbeck, namelijk bij de Defensie Duikschool en de Defensie Duikgroep van de Koninklijke Marine. Bij de Duikschool worden alle duikers van Defensie opgeleid, bij elkaar zo’n 500. De Defensie Duikgroep voert met duikers en onderwaterrobotica wereldwijd duikoperaties uit zoals het zoeken en bergen van objecten, het repareren van marineschepen en het ruimen en vernietigen van explosieven. Bij deze organisaties werd Uhlenbeck in toenemende mate gewaardeerd als de grondlegger van het duikwezen bij de Koninklijke Marine. Dat leidde in 2020 tot het voornemen om het nieuw te bouwen oefenponton voor de Duikschool in de Nieuwe Haven te Den Helder naar hem te vernoemen: de Uhlenbeck. Daarmee ontstond de behoefte aan een gedegen biografie van de goede man. Dit was de kans om daar werk van te maken, en aldus geschiedde. Dat was feest voor Ok en mij.
Familiearchief
Het zal de wakkere lezer niet zijn ontgaan dat intussen al het een en ander over Uhlenbeck bekend was. Dat was vooral te danken aan enkele artikelen van de verdienstelijke amateurhistoricus Alexander Korthals Altes eind jaren 1970 en begin jaren 1980, geschreven naar aanleiding van de overdracht van het archief van de familie Uhlenbeck aan het Nationaal Archief. Korthals Altes behandelde daarin Uhlenbecks rol als pionier van het helmduiken en zijn missie naar Japan als ‘kommissaris van Z.M. den Koning der Nederlanden’. Maar veel vragen bleven nog onbeantwoord, ook met betrekking tot deze twee hoofdstukken uit het leven van Uhlenbeck.
Het familiearchief zou de belangrijkste bron voor de levensbeschrijving vormen, naast stukken en memorabilia nog aanwezig bij de familie. Van enkele episodes had Uhlenbeck een dagboek bijgehouden of een verslag geschreven; zijn jeugd had hij in memoires toegelicht. In die documenten komt zijn persoonlijkheid helder naar voren. Voor andere onderdelen moest worden teruggevallen op secundaire bronnen – egodocumenten van anderen, kranten en tijdschriften, genealogieën, archieven, musea et cetera. Voor technische zaken kon ik terecht bij specialisten, die ik hartelijk dank. Er was zonder meer voldoende materiaal voor een biografie.
De indienststelling van het duikponton was gepland op begin 2022, waardoor er enige tijdsdruk op de totstandkoming van de biografie lag – het moest binnen een jaar – maar ik ging met goede moed aan de slag.
En toen kwam corona
De gang naar kantoor en daarmee de informatiebestanden van ons instituut werd lastiger, het Nationaal Archief sloot voor bezoekers, archiefnummers moesten worden gescand en dat kostte tijd en geld, en de aanbesteding van het duikponton werd keer op keer uitgesteld. Omdat ik ook andere projecten had lopen, besloten wij evenwel de oorspronkelijke deadline voor het boek te handhaven. Dat betekende wel dat ik niet ieder snippertje papier zou kunnen zien. Het boek heet dan ook ‘een biografie’. Het pretendeert geen uitputtende volledigheid, maar het zou mij verbazen als er in de toekomst nog aardverschuivingen in het beeld van Uhlenbeck ontstaan.
Avontuurlijk leven
Want intussen kreeg het verhaal steeds meer body en bleven er steeds minder vragen over. Soms konden dingen langs indirecte weg worden afgeleid, soms brachten toevallige vondsten onverwacht opheldering – zo ontdekte ik dat nog een model in de Marinemodellenkamer aan Uhlenbeck kan worden toegeschreven. Los daarvan tuimelde Uhlenbeck zonder mijn hulp van het ene avontuur in het andere, van het bombardement van Antwerpen tot de Atjehoorlog, van Napoleon tot Russische tsarevitsjen, de Japanse shogun, de keizer van Brazilië en de koning van Siam, van de afschaffing van de slavernij op Sri Lanka tot die in Suriname veertig jaar later, van houten, volgetuigde linieschepen tot gepantserde stoomschepen, langs burgeroorlog, koloniaal imperialisme, onderwaterexploratie en meer. Onderwijl vroegen en kregen ook zijn familie en gezin zijn aandacht, speelde zijn gezondheid op en verliep zijn carrière niet zonder wrijving. Maar Lord Donderton prevaleerde en eindigde als viceadmiraal en adjudant van de koning. Geen man zonder fouten, maar hij liet een bijzonder kleurrijke indruk achter: een feestje voor de historicus.
Een avontuurlijk en veelzijdig leven is menig marineofficier beschoren, maar zoals gezegd springt Olke Uhlenbeck er vooral uit door zijn pionierswerk in het duikwezen. Gastheer bij de presentatie van het boek op 22 september jl. in het Marinemuseum in Den Helder was dan ook de commandant van de Defensie Duikgroep, KLTZ Sander Kool. De zon scheen en het werd een feestje. Tussen de schitterende vitrines van de ‘Verborgen schatten’ tentoonstelling mocht ik het eerste exemplaar aanbieden aan prof.mr. Pieter van Vollenhoven. De heer Van Vollenhoven is zelf al lange tijd enthousiast en deskundig amateurduiker, waar hij in zijn dankwoord met humor op reflecteerde, tot vermaak van het gezelschap. Ok Uhlenbeck schonk het museum een kijker en een scheepsroeper die volgens de overlevering door zijn betovergrootvader Lord Donderton zijn gebruikt. Naast nazaten van Uhlenbeck bevonden zich onder de gasten de Commandant der Zeestrijdkrachten viceadmiraal René Tas, twee van zijn voorgangers, de viceadmiraals b.d. Rob Kramer en Matthieu Borsboom, en professor hyperbare geneeskunde, tevens voormalig directeur van het Duikmedisch Centrum van Defensie en bij gelegenheid duikinstructeur van het Koninklijk Huis, prof.dr. Rob van Hulst KTZ b.d. Na een feestelijke lunch werd de dag afgesloten met een signeersessie door de auteur.
Diezelfde dag nog kregen wij het nieuws dat de duikponton is aanbesteed.
Alan Lemmers, Olke Arnoldus Uhlenbeck (1810-1888). Van marineduiker tot vice-admiraal – een biografie (Uitgeverij Van Wijnen, 2022). Paperback, 160 blz., ISBN: 9789051946086.
Biografie
Alan Lemmers is wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de marinescheepsbouw en -techniek.