Tijdens de Ronde Tafel Conferentie over de toekomst van Indonesië in 1949 werd besloten dat de deelgenoten aan de conferentie bevoegd zijn in elkaars gebieden commissarissen te benoemen, welke hun werkzaamheden zullen verrichten onder toezicht van een Hoge Commissaris. Als gevolg hiervan werd in april 1951 het Nederlandse commissariaat te Semarang (Java) opgericht. Dit commissariaat werd in december 1957 gesloten en fungeerde als een soort van consulaire dienst. Het archief van dit commissariaat Semarang, 1950-1957 bevat stukken over de organisatie en het personeel, handel en scheepvaart, registratie en emigratie, erebegraafplaatsen en militaire pensioenen.