Blog: drie boeken over de Vlaardingse en Maassluise visserij

Joep Zonne is een regelmatige bezoeker van het Stadsarchief van Vlaardingen en het Maritiem Museum Rotterdam. Begonnen als stamboomonderzoeker publiceerde hij over verschillende historische onderwerpen, onder meer over zijn overgrootvader, Jakob Zonne, de diepzeevisser. Gaandeweg richtte Zonne, zelf een oud-Vlaardinger, zich ook op andere onderwerpen, waarvan de haringvisserij er een was. In betrekkelijk korte tijd schreef hij drie boeken hierover, die met elkaar gemeen hebben dat ze allemaal dezelfde omslagfoto dragen: het Vissersmonument, gesitueerd op het Grote Visserijplein in Vlaardingen. Een visser met een zuidwester op zijn hoofd haalt de netten binnen. Wie het standbeeld kent, weet dat er een treurende weduwvrouw met een kind in reliëf op de sokkel staat afgebeeld. Het opschrift luidt ‘Voor hen die bleven’ en het beeld gedenkt hiermee de op zee gebleven Vlaardingse vissers. De Vlaardingse beeldhouwer Govert van Brandwijk (1911-1993) vervaardigde het bronzen standbeeld in 1950. Waar het beeld staat, was van oudsher de waterverbinding tussen de Oude en de ‘Nieuwe’ Koningin Wilhelminahaven.

Haring uit Vlaring

Het eerste boek van de trilogie ‘bekt’ lekker met als titel Haring uit Vlaring. Zonne baseerde dit op het kaartsysteem dat de Vlaardingse oud-loodsbootkapitein J. Bot aanlegde en dat nu onderdeel uitmaakt van het Stadsarchief van Vlaardingen. Uit allerlei bronnen, maar vooral met gebruikmaking van de gegevens op de ‘kaartjes van Bot’, bracht Zonne allerlei informatie per Vlaardings visserijschip bijeen. Wie dus iets wil weten over een willekeurige Vlaardingse logger of hoeker is hiermee dus enorm geholpen, want Zonne bracht het allemaal bijeen. Bij elkaar zijn de gegevens van ruim 600 Vlaardingse vissersvaartuigen opgenomen. De gegevens uit de collectie van J. Bot, die hiervoor speciaal toestemming gaf, en die samen met J. Muis ruim 20 jaar wekelijks onderzoek deed in het Maritiem Museum Rotterdam, zijn waar nodig aangevuld met gegevens uit nog enkele andere collecties in het Stadsarchief Vlaardingen en het Maritiem Museum Rotterdam, evenals enkele databanken. Ook zijn Vlaardingse gegevens uit de Rederijboekjes en rechtbankverslagen en verslagen van de Raad voor de Scheepvaart verwerkt. Zonne’s monnikenwerk zal menigeen een dienst bewijzen en veel tijd besparen in het doen van onderzoek.

Varend voor vriend en vijand

In Varend voor vriend en vijand is het tweede boek en daarin behandelt Zonne de lotgevallen van de gevorderde vissersschepen in de Tweede Wereldoorlog. Naar dit onderwerp is tot nu toe nog maar weinig onderzoek gedaan. De oorzaak hiervoor was het ontbreken van of onbekend zijn met relevant bronnenmateriaal. Zonne’s zoektocht leidde ertoe dat er nu een schat aan informatie over afzonderlijke vissersschepen bekend is, zowel over vissersschepen aan geallieerde zijde als ook die door de Kriegsmarine zijn ingezet voor de oorlogsvoering.

In zijn woord vooraf gaat dr. Adri P. van Vliet, de voormalige plaatsvervangend directeur van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag, in op de datum van 10 mei 1940. In IJmuiden, Katwijk, Scheveningen en Vlaardingen lagen tijdens de Duitse aanval op Nederland de haringschepen gereed om uit te varen na de Pinksterdagen van 14 mei. Daar kwam door de capitulatie niets van terecht. Vissersschepen die op dat moment buitengaats lagen, kregen van de Nederlandse regering het bevel om uit te wijken naar Britse havens. Daaraan gaven 26 stoomtrawlers uit IJmuiden gehoor. Daarentegen voeren de meeste loggers en kotters terug naar hun thuishavens. Elf trawlers en loggers zagen nog kans om de oversteek naar Engeland te maken, evenals twaalf kleinere vissersvaartuigen. Deze schepen werden uiteindelijk ingezet bij de Koninklijke Marine en de Royal Navy als mijnenbestrijdingsvaartuigen en bij de voedselvoorziening in Engeland.

Er brak voor de vissers die in Nederland achterbleven een moeilijke tijd aan. Na de capitulatie stonden de Duitsers alleen kustvisserij toe tussen Kijkduin en Zandvoort tot drie mijl uit de kust en onder bewaking van een patrouillevaartuig. Vanuit IJmuiden mocht in juni 1941 wel vlak onder de kust nog een keer voor langere tijd op haring worden gevist. In de periode daarna werd de uitoefening van de visserij steeds meer ingeperkt. De Duitsers waren namelijk bang dat teveel schepen zouden uitwijken naar Engeland en die schepen waren juist hard nodig voor hun oorlogsvoering. De Kriegsmarine vorderde in fasen verreweg het grootste deel van de achtergebleven kleine en grote Nederlandse vissersschepen. Zij maakten voortaan deel uit van onder andere Minensuch- en Vorpos-tenflotillen.

Het boek bevat overzichten van vissersvaartuigen die gedurende de mobilisatie en meidagen van 1940 dienst deden bij de Koninklijke Marine, die door het Rode Kruis werden ingericht voor de ‘Seenot Rettungsdienst’ of die behoorden tot het ‘Lazarett Verband’. Ook zijn er overzichten van vissersvaartuigen die actief zijn geweest in Engeland, en ook van de vissersschepen van Vlaardingen, Scheveningen, IJmuiden, Katwijk, Maassluis, Rotterdam, Urk en Texel die dienst deden bij de Kriegsmarine. Ten slotte is een hoofdstuk gewijd aan het Bureau Teruggave Visserijvaartuigen, opgericht in 1945. De spil van dit bureau was overigens Arie van der Veer, die enorm veel informatie over Nederlandse vissersschepen verzamelde, en verschillende boeken schreef over de Nederlandse zeevisserij. Misschien evenaart Joep Zonne hem ooit nog wel. Varen voor vriend en vijand sluit af met een afkortingenlijst en beknopte literatuurlijst. Helaas zijn er geen foto’s van de vissersschepen opgenomen in het boek, dat is jammer, maar zal te maken hebben om de prijs van het boek laag te houden en daardoor voor velen bereikbaar. Het is een nuttig boek voor wie meer wil weten over de vissersschepen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hoop en Zorg

Omdat Joep Zonne een man is die niet houdt van stilzitten, verscheen nog een derde boek van zijn hand. In Hoop en Zorg behandelt hij de vissersvaartuigen – en daarmee de haringvisserij – van Maassluis. Hij maakte voor dit boek uitvoerig gebruik van bronnen, die worden bewaard in de collectie van het Maritiem Museum Rotterdam. Daarnaast verwerkte Zonne ook gegevens uit de documentatiecollecties van Jan Bot, Jo Muis en Peter Zuydgeest. Ook dit boek is weer een echt naslagwerk geworden, want het bevat niet alleen beschrijvingen van de 500 grote zee- en kustvisserijschepen, maar ook van de 170 kleinere riviervisserijscheepjes, zoals open roei- en zeilboten, botters en blazers, die onder het MA-registratienummer van Maassluis hebben gevaren.

Adri P. van Vliet leverde ook voor dit boek een compact inleidend hoofdstuk over de neergang van de Maassluise zeevisserij in de negentiende en twintigste eeuw. Van Vliet redigeerde ook het boek, samen met Richard van den Brink.

In het boek is ook nu weer gestreefd om in één blik per schip, de scheepsbouwer of werf, het tijdstip van de bouw, de reder en de schipper te kunnen laten zien. Daarbij wordt van elk vissersschip een korte levensloop en bijzonder vermeldingen gegeven. Zowel de oude MS-registratienummers, die op 16 oktober 1882 officieel met de invoering van de Visscherijwet werden afgeschaft, als de nieuwe MA-nummers, die per die datum werden ingevoerd, zijn opgenomen in het boek.

Naast verschillende categorieën vissersvaartuigen, waaronder ook die onder Duitse vlag voeren tijdens de Tweede wereldoorlog, is er een overzicht van het aantal rederijen en vissersschepen, dat vanaf 1813 tot 1963, in de vaart waren en/of zijn opgelegd. Aparte hoofdstukken zijn gewijd aan Hub. Dirkzwager als reder in Duitsland en de Maassluise vrachtloggers. Het boek besluit met een literatuuroverzicht, een verklarende lijst van woorden, die aan de visserij zijn gerelateerd, een overzicht van scheepstypen in de kust-, diepwater- en riviervisserij. Het is daarmee dus een heel handig naslagwerk voor wie meer wil weten van de Maassluise vissersschepen.

Hopelijk weten deze drie visserijboeken hun weg te vinden naar geïnteresseerden en zorgen zij ervoor dat de vissers en hun hoekers, buizen en loggers niet worden vergeten. Immers, de herinnering blijft.

Boektitels

  • J.G. Zonne, Haring uit Vlaring. Korte geschiedenis van de Vlaardingse haringschepen 1850-1992. Bergschenhoek, Zonne Publicaties, 2020, 498 p., ill. ISBN 978-90-76905-00-6
  • J.G. Zonne, Varen voor vriend en vijand. Bergschenhoek, Zonne Publicaties, 2021, 282 p. ISBN 978-90-76905-18-1
  • J.G. Zonne, met een bijdrage van Adri P. van Vliet, Hoop en zorg. Korte geschiedenis van de Maassluise haringvisserij 1813-1965. Bergschenhoek, Zonne Publicaties, 2022, 263 p. ISBN 978-90-76905-57-0

Biografie

Ron Brand is werkzaam als conservator bij het Maritiem Museum Rotterdam.