Een glad, halfrond, kleurrijk object van ongeveer 5 bij 5 cm en 368,9 gram zwaar. In de verste verte wist ik niet wat dit object moet voorstellen. Ondanks dat het object is bedekt met de kenmerkende kleuren van geïriseerd glas (verweerd en aangetast glas), wat deels komt doordat het meer dan een eeuw op de bodem van de Zuiderzee heeft gelegen, kon ik me eerst ook moeilijk inbeelden dat dit object daadwerkelijk van glas is gemaakt. Het voelde namelijk veel te zwaar. Een collega vertelde mij dat dit object een ‘gliedesteen’ heet. Of ook wel: ‘strijksteen’ of ‘strijkglas’. Ondanks het woord ‘steen’ in de naam is dit object helemaal geen steen! Het is een glazen voorloper van de strijkbout. Door zijn gladde oppervlak is het uitermate geschikt om over de kreukels van (net gewassen) kleding te wrijven waardoor de kleding weer mooi glad werd (Ritsema van Eck en Zijlstra-Zweens 1993, 201). Vooral linnen ging namelijk erg kreuken in de was. Als je langer bleef doorgaan met wrijven, kreeg de kleding zelfs een glans! Had je je dat kunnen bedenken, toen je dit object zag?
Van glazen blob naar strijkijzer
Het object is gemaakt van glas en bevat geen lucht, het is dus massief. Vandaar ook het aanzienlijke gewicht van het object. Aan de onderkant zie je in het midden een onafgewerkte plek (zie figuur 2). Dit is het pontilmerk. Op deze plek zat het object tijdens de productie vast aan de pontil (een lange, metalen staaf). Aan de pontil werd het stuk glas warm gemaakt in een oven, eruit gehaald en daarna gevormd, zodat het glad en rond zou worden. Over de precieze manier van het vormen zijn verschillende theorieën. Isings (1980, 233) schrijft dat de strijkglazen werden gevormd door het hete glas aan de pontil in een vormpje te drukken waardoor het glas zijn vorm kreeg. Een andere theorie is dat de strijkglazen soms werden gegoten in een vorm (Lenting, Van Gangelen, Van Westing 1993, 569). De derde theorie is dat het glas, terwijl het nog heet aan de pontil zat, over een ijzeren plaat werd gerold waardoor het een glad oppervlakte kreeg (Roes 1965, 42).
Om te zorgen dat de steen aan beide kanten zou kunnen worden gebruikt, was het van belang dat het pontilmerk niet boven de randen uit zou komen. Anders zou het achter de kleding blijven haken. Scheuren in je kleren in plaats van een mooi kreukloos hemd, dat wil je ook niet, toch?!
Werk aan de winkel
Waar komt deze gliedesteen uit de maritiem archeologische rijkscollectie van Batavialand precies vandaan? Het object behoort tot de inboedel van wrak OL84, dat waarschijnlijk is vergaan in 1826 of 1827. Dit wrak wordt ook wel het Oorijzerwrak genoemd door de bijzondere vondst van vier zilveren oorijzers aan boord. Aan boord van deze praam, die waarschijnlijk turf vervoerde, leefde een groot gezin bestaande uit een vader, moeder en zes dochters. Dat betekent veel kleding om te wassen en te strijken! Dit is misschien ook een verklaring waarom er naast een gliedesteen, ook een strijkijzer met kooltjes aan boord was (zie figuur 3).
Een gliedesteen werd, in tegenstelling tot een strijkijzer niet warm. Hij werd koud over het nog vochtige kledingstuk gewreven. Bovendien werd de gliedesteen voornamelijk gebruikt voor het strijken van kragen en manchetten (Ritsema van Eck en Zijlstra-Zweens 1993, 201). Het is een klein object, dus kon makkelijk en nauwkeurig worden gebruikt. Een strijkijzer is veel groter, dus minder precies. Deze zou dan wellicht kunnen zijn gebruikt voor het grove werk, en de gliedesteen voor de moeilijk te strijken delen van de kleding.
Gliedestenen in een bredere context
Deze gliedesteen is niet het enige exemplaar in de collectie van Batavialand. In totaal zijn er in Lelystad negen gliedestenen afkomstig uit verschillende scheepswrakken van de zestiende tot de negentiende eeuw. Ook zijn er zeven objecten onder de naam strijkijzer en zeven onder de naam strijkbout. Strijkijzers werden in de zeventiende eeuw geïntroduceerd. Eerst werd er een hete staaf (de oorspronkelijke bout waar het woord strijkbout vandaan komt) gebruikt om het strijkijzer te verwarmen. Later werd dit gedaan met behulp van hete kooltjes. Het nadeel hiervan was dat er soms roet van de kooltjes op de kleding terecht kwam, waardoor deze weer vies werd. Daar tegenover stond dat strijkijzers soms tijdens de koude wintermaanden als kruik mee naar bed werden genomen. Zo bleven de mensen aan boord toch nog een beetje warm in een niet zo goed geïsoleerd schip. Slim toch? Met gliedestenen was dit helaas niet mogelijk. Wel waren de gliedestenen niet zo groot als strijkijzers waardoor ze makkelijker aan boord mee te nemen waren en gaven ze geen zwarte roet af op de kleding. Elk voordeel heeft z’n nadeel!
Ondanks de voordelen van de gliedesteen won het strijkijzer alsnog aan populariteit en werd het een zeer veel gebruikt object. Ga maar na, wie in jouw omgeving gebruikt er nog een gliedesteen om zijn overhemd mee te strijken? Toch werden gliedestenen niet helemaal uit productie genomen. Zo kregen ze bijvoorbeeld een functie als ‘presse papier’ en konden de makers er toch nog een leuk zakcentje aan verdienen.
PS. Dit object is, samen met de rest van de opgegraven objecten uit wrak OL84, te zien in de tentoonstelling ‘Dossier OL84 – Het mysterie van het Oorijzerwrak’ die tot het einde van het jaar te bezichtigen is bij Batavialand in Lelystad. Komt dat zien!
Biografie
Suzanne van Beek (1996) heeft in 2022 haar masters archeologie en museumstudies afgerond. Ze heeft tijdens haar opleiding archeologie een voorliefde voor archeologisch glas ontwikkeld en vindt het leuk om zich daarin te verdiepen. Sinds april 2022 is Suzanne werkzaam als collectiemedewerker in Batavialand in Lelystad. Hier werkt ze mee aan diverse projecten zoals het fotograferen van objecten, objectregistratie en het meedenken aan een nieuwe tentoonstelling.
Batavialand te Lelystad vertelt het verhaal van Nederland en hoe de Nederlanders leven op de grens van land en water. Speerpunten in dit verhaal zijn waterbeheer, scheepvaart en scheepsbouw.
Bronnen:
Isings, C., 1980. Glass finds from Dorestad, Hoogstraat I, in Van Es W.A., Verwers W.J.H.
Excacations at Dorestad 1. The Harbour: Hoogstraat I. Nederlandse Oudheden 9. ’S-Gravenhage.
Lenting, J.J., H. van Gangelen, H. van Westing, 1993. Kopie van Schans op de grens.
Bourtanger bodemvondsten 1580-1850 3. Stichting Vesting Bourtange. Sellingen.
Roes, A., 1965. Vondsten van Dorestad. Archaeologica Traiectina 7. Groningen.
Ritsema van Eck, P.C., H.M. Zijlstra-Zweens, 1993. Glass in the Rijksmuseum. Volume 1. Zwolle: Waanders Uitgevers.
https://www.hglochem.nl/nl/verhaal/strijkglas , geraadpleegd 21 juni 2022.
https://oudekerstversiering.nl/history/glas/strijken.htm , geraadpleegd 14 juni 2022.
https://www.rijnmond.nl/nieuws/157761/rotterdams-strijkglas-uit-de-13e-eeuw , geraadpleegd 14 juni 2022.
https://historicjamestowne.org/collections/artifacts/linen-smoother/ , geraadpleegd 14 juni 2022.
https://gtrovers.nl/columns-troskompas/geschiedenis-van-het-strijkijzer/ , geraadpleegd 14 juni 2022.