In de 19de eeuw speelt de vrouw in de Veenkoloniale zeevaart een belangrijke rol. Ze blijft niet alleen thuis wachten op de terugkomst van haar man en kinderen, maar vaart actief mee. De vloot bestaat hoofdzakelijk uit relatief kleine zeeschepen, variërend van 60 tot 150 ton. Op oude binnenvaartfoto’s zien we de vrouw vaak aan het roer staan. Bij de veenkoloniale zeevaart, die is ontstaan uit deze binnenvaart, staat de vrouw ook haar mannetje.
Hendrik Andries Hachmer, directeur van het Veenkoloniaal Museum, heeft over het leven van de vrouwen op de veenkoloniale schepen een rijk geïllustreerd boek gepubliceerd. Het boek Voortvarende vrouwen in de Veenkoloniale zeevaart is zowel verkrijgbaar in het Veenkoloniaal Museum als in de webwinkel.