De Buitengewone Algemene Rekenkamer (1941-1946) controleerde het verblijf van de regering in Londen, de activiteiten in Suriname, de Nederlandse Antillen en Noord-Amerika. Deze dienst werd in september 1946 ontbonden, maar Ph. Keller bleef als Accountant-Generaal betrokken bij de financiële afwikkeling tot mei 1952. Tot de onderwerpen die in de dossiers aan de orde komen zijn onder andere de koopvaardijvloot en de activiteiten van Nederlandse instanties in Noord-Amerika zoals de Netherlands Purchasing Commission.