In 1947 werd er een parlementaire enquête ingesteld naar het regeringsbeleid in de periode 1940-1945. De commissie onderzocht een breed scala van onderwerpen: het militaire beleid, de neutraliteitspolitiek, vertrek van de regering en de eerste maanden in Londen (waaronder de problemen met D.J. de Geer), het financieel-economisch beleid, de geheime diensten, contacten met bezet Nederland (waaronder de leiding en voorlichting van ambtenaren in bezette gebieden en de contacten met het verzet), kabinetscrises, de voorbereiding van de terugkeer (de Staten-Generaal, het Militair Gezag en de Vertrouwensmannen), het beleid inzake Nederlanders in het buitenland die hulp nodig hadden en Nederlands-Indië. De commissie heeft bewust de relatie tussen koningin Wilhelmina en de regering buiten haar onderzoek gelaten, omdat de koning(in) volgens de grondwet onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk. Het werk van de commissie is gepubliceerd: Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945 (’s Gravenhage, SDU, 1949-1956), 8 delen in 19 banden.